maandag 26 maart 2012

De zon die schijnt en de tranen stromen

Vandaag vroeg naar het ziekenhuis. Dat valt niet mee met de nieuwe tijd, we moeten ze allemaal wakker maken. We vertrekken en hebben als eerste route 66 op het programma. Bloedprikken met voorkeursbehandeling. We melden ons toetsen in dat we inderdaad Cito voorrang hebben en zijn direct aan de beurt. Het gaat in 1 keer goed, reuze meevaller. Dan gaan we naar het toxiciteitsspreekuur. Annemarie zit er klaar voor en daarna naar de oncoloog. Annemarie's spreekuur loopt  uit en we zijn een kwartier later aan de beurt. We hadden nu eigenlijk bij de oncoloog moeten zitten. Ik val maar direct met de deur in huis en zeg dat door de uitloopt we niet op tijd bij de volgende afspraak zijn. Annemarie zegt dat zij alleen de oncoloog inschakelt als hij of zij dat nodig vinden en in mijn geval is er tot dusver geen reden toe. Dus Annemarie heeft alle tijd voor ons. De vraag is hoe het gaat en eigenlijk gaat het wel goed. Ik som op welke tegenslagen ik te verwerken heb gehad en dat ik eigenlijk me er aardig doorheen weet te werken. Ook Henry doet zijn verhaal en dat strookt eigenlijk niet met mijn verhaal. Ik ben in verwarring. En niet een beetje ook. Ik hoor hem zeggen dat hij beter om kan gaan met het feit dat het altijd over kanker gaat en dat hij daar zijn weg in gevonden heeft. Dat hij het idee heeft dat hij constant aan het rennen is en dat hij van mening is dat ik mijn energie teveel in anderen steek. Ik ben totaal verward en voel me intens verdrietig. Ik probeer nog uit te leggen dat ik begrijp dat ook zijn wereld op zijn kop staat, maar dat ik juist geniet van de goede momenten die ik heb. Dat hij mijn euforie dagelijks moet aanhoren is omdat ik de leuke dingen juist met hem wil delen en niet alleen maar mijnmisère die er zeker is. Ik zie dat hij mij enorm wil helpen en ik geef als voorbeeld de verjaardagsboodschappen en weekboodschappen van afgelopen zaterdag. Ik mocht het niet doen, omdat hij mij wilde ontlasten. Ik help hem door een briefje te schrijven met daar echt alles op vermeld, zelfs nog welk merk, de kleur, je kunt het zo gek niet bedenken. Vervolgens zijn na de eerste boodschappenronde ongeveer 1/3 van de dingen op de lijst niet gekocht. Gevolg nog een keer later in de middag gaan en dan weer de helft vergeten om 's avonds nog een keer te moeten gaan. Dat is verschrikkelijk en dan moet je rennen en vliegen, dat klopt, maar dat ligt toch niet aan mij, of toch wel? Ik krijg het idee dat juist mijn copingsmechanismen overuren draaien en ik probeer, ben flexibel, maar de copingsmechanismen van mijn partner maken in ieder geval geen overuren. Ze blijven in een meer egoïstische stand, zoals hij het zelf ook beschrijft en ik herken dat. Ik irriteer me er ook mateloos aan en Annemarie ziet dat en merkt dat ook op. Ze heeft een remedie, PRATEN, blijf het GESPREK aangaan. Ik geef aan dat ik dat dagelijks wel wil, maar dat ik ook vaak geen respons krijg op die vraag. Want het is dan 'nu even niet, ben het zat'. Of 'straks als ik ....' Echter van uitstel komt afstel, dus ik wil wel praten, maar het komt niet altijd van de grond. Ja en dan val ik in mijn valkuil. Ik ga forceren, ik ga drammen en ik doe uiteindelijk alles zelf. Hoe kan ik dat oplossen en hoe kom ik daar vanaf? Alle tips ik sta er open voor, maar ik kan er niet alleen voor open staan, partner moet mee. En ja ik heb begrip voor zijn spagaat en het feit dat ons leven op orde was en dat die verdomde rotziekte alles overhoop gooit. Ja ik heb begrip, maar verdomme ik heb ik ook niet om gevraagd. En als ik euforisch ben over een gezellige dat, dan is dat voor mij een bron om energie uit te halen en ik dosseer, het zijn slechts fragmenten van de dag. Dat ik een dag aan het plannen ben om de energie te doseren, dat valt niet op, maar dat doe ik wel. Ik lever dagelijks strijd, een strijd om te overleven en zo noemt Annemarie dat ook. Wat ik ervaar past heel goed bij mensen in mijn situatie. Ik doe niets vreemd en ik spaar al mijn energie om thuis geduld te hebben, te praten, te lachen en vooral er te zijn voor mijn man en de kinderen. Ik verwacht niet veel terug, slechts een luisterend oor en begrip, niet voor mij, ik ben geen egoïst, maar voor ons, voor ons gezin en heel af en toe alleen voor mij. Ook ik ben gewoon een mens, een mens die behoefte heeft aan naastenliefde. En als ik dat mis, ja dan zorg ik dat ik het om me heen verzamel, dat is mijn manier van overleven en overleven is het gewoon. Mijn euforie van gisteren is volledig verdwenen en als we bij Annemarie weglopen ben ik het zo zat, ik ben alles zat, voor mij hoeft het even allemaal niet meer. Ik wil weg, naar huis, mijn haar afgooien en ik wil even niets. Ik wil niet denken. Manlief weet niet wat hij er mee moet en zijn stilzwijgen maakt alles veel erger, ik ben zo boos en zo woest. Ik heb toch ook niet op gevraagd en waarom speelt hij zo'n poppenkast bij Annemarie. Als hij daar wat zegt, waarom hoor ik dat daar pas voor het eerst, terwijl ik dagelijks vraag en blijf vragen. Ik ben zo teleurgesteld er zijn eigenlijk geen woorden voor. Alles wat ik doe is fout, Zeg ik het te simpel dan bereikt mijn boodschap hem niet omdat hij geen kind is, zeg ik het met gevoel dan prikt hij er zo door heen, zeg ik niets dan is het er niet, dus dan doen we helemaal niets. al zeg ik het met zou jij misschien willen..... dan krijg ik als respons gezucht of gesteun. Zie ik dat alleen, verbeeld ik me dat? Voel je dat alleen bij je partner? Ik voel het bij niemand anders. Iedereen is uit zichzelf behulpzaam, maar in ons gezin moet ik eigenlijk alles vragen. Heb ik dat zelf zo bewerkstelligd, omdat ik altijd alles deed zonder vragen. Is het allemaal zo gewoon wat ik doe. Ja ik heb zeeën van tijd hierover na te denken en ja dat doe ik ook. Maar ik denk en er dient zich geen enkele oplossing aan, welke kant ik ook opga. Mijn flexibilteit levert mij niets op. Ik hoor Annemarie in mijn hoofd zeggen dat wij beiden zo verschillend met de situatie omgaan en ik hoor haar tips. Ik ga ze toepassen hoe dan ook, ik zal blijven worstelen, want luctor et emergo! Ik haatte het vak Latijn, alle veldslagen vertalen, nutteloos vond ik het, maar als ik er op terugkijk heeft het me wijsheid opgeleverd en wijsheid is iets moois. Ik zal blijven praten en de vragen dusdanig stellen dat ze respons gaan opleveren. Ik houd vol. Ik ben zo boos, onbeschrijfelijk. Als ik thuiskom is het middagtijd. Ik heb geen trek van alle ellende en hoef geen eten. Ik ga huilend naar  boven en gooi die verdomde marmot van mijn hoofd. Ik ga in de doestand. Mijn badkamer moet gedaan, het bed verschoond, de was en Henry vraagt me wat hij ook al weer moet kopen. Ik hoor de stem van Annemarie, maar ik kan het niet. Ik schreeuw het uit en zeg dat hij zelf maar eens moet nadenken want hij wil toch geen  kind zijn, of had ik het niet goed gehoord. Als een echte vrouw, gooi ik hem dat voor de voeten wat hij zelf zegt en ik voel me zo naar als ik dat doe. Ik kan die niet oplossen, niet alleen en ik wil hiervoor hulp. Ik ga weer een zware week ik en ik wil dit niet zo. Ik stoot hem met mijn gedrag alleen maar meer af en ik weet gewoon niet hoe ik over die grens heenkan. Al mijn positiviteit is even weg, weg door dit! Ik wil weer lachen en mijn tranen laten verdwijnen. Ik zet mijn eten klaar voor vanavond, doe de badkamer en hoop dat de kinderen zo met veel vrolijkheid uit school komen. Laten zij vandaag mijn batterijtjes zijn, dan kan ik me opladen met positiviteit. Even doen en dan heb ik het idee dat het allemaal weer loopt. Ik wil rust geen onrust en ik wil regelmaat. Manlief haalt de kinderen uit school. Hij is niet veel op het werk geweest vandaag. Hier voel ik me rot over en dat zorgt er weer voor dat ik het gevoel heb dat ik dat moet compenseren. Ik denk dat manlief hulp nodig heeft net zo hard als dat ik er om schreeuw voor mezelf. Laat hem daar zelf nou eens opkomen. Dit is een strijd die is zo veelomvattend en dat doe je er gewoon niet even bij, onmogelijk, let's face it. Ik wil naar een moment waar ik weer energie uit kan putten en terwijl ik tik vind ik het. Mijn facetime moment met Karin, Jan, Tijmen, Berbel en Hugo. Ik lag na een drukke dag gisteren haarloos op de bank en er komt een facetimeverzoek van Karin. Ik neem direct aan en roep nog naar de keuken, breng ff mijn doek. Te laat, twee verbaasde gezichten aan de andere kant en ik die roept heb ff mijn haar afgezet. Ik moest er zelf om lachen, that's me, what you see is what you get. Desalnietemin heerlijk om elkaar weer te spreken. Het paard van Berbel werd gebracht, een mooie Fries. Ik heb al veel kunnen zien, met dank aan Facetime, behalve het paard. Dat komt volgende keer. Berbel gaat genieten en Karin gaat met haar fantastische beugel ook weer rijden en ik ook als ik ben volgende keer !!!!! karin met beugel, ze leek er wel weer 16 jaar mee. En Jan fris en fruitig na zijn douche. Lang leven facetime en de nieuwe media. Als ik hier aan denk dan komt het goed, straks de batterijtjes van kinderen en dan vanavond aan de 'ongedwongen' praat. Het leven is zwaar, het leven leven valt eigenlijk niet mee. Maar we plukken de dag zoals hij komt, met de pieken en de dalen. Vandaag klim ik vanuit het dal de berg op en ik als ik boven ben en uit de schaduw dan heb ik weer oog voor die prachtige zon. Die zon die straalt en schijnt en die me verwarmt en voorziet van energie. Maar klimmen valt ook niet mee en zorgt voor  moeheid, maar moeheid is op te vangen door rust. Ik ga het doen, schouders eronder, niet zeiken, het gewoon doen. Ik ben een knapperd en deze knapperd kan het!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten