zaterdag 25 februari 2012

zaterdag 25 februari 2012

Ik voel me na deze nacht uitgerust. Ik zit om 8 uur aan de tafel en Henry vraagt wat ik wil eten. Ik heb geen trek, maar zeg dat ik wel een geroosterde boterham wil met jam. En daar ligt ie al met een kop thee. Nog geen twee tellen later zet hij een glaasje water voor me neer met drie pillen, want die moet ik nemen heeft de zuster in het ziekenhuis gezegd. Ik zeg dat ik dat later doe, omdat ik anders weer zo'n last van mijn maag krijg. Ik eet mijn boterhammetje en slik heel stoer mijn pillen. Een uur later verga ik van de maagpijn en oprispingen. Dit hoort er niet bij denk ik en het voelt verre van goed. Ik roep Henry en vraag of hij het Catherina Ziekenhuis wil bellen. Henry belt en legt een en ander uit. Hij wordt teruggebeld en krijgt te horen dat ik maagbeschermers nodig heb. Ik moet de medicatie wel blijven nemen, maar dan tezamen met een maagbeschermer. Henry zou boodschapjes doen, maar is al snel de hele ochtend druk met de maagbeschermer. Hij gaat naar het Catharina en daar bij de apotheek weten ze van niets en zo mogen hem niet zomaar iets meegeven. Henry belt mij, maar zijn telefoon staat op stil dus ik mis de oproep. Dan komt hij ongedane zaken thuis. Hij belt weer en dan eindelijk is het goed, hij kan weer terug en neemt zijn boodschappentas mee zodat hij dat combineert. Zo ben je uren zoet met taken die zo simpel lijken. Ik ben verbaasd dat ik gewoon de pillen moet blijven nemen, maar ik stap over deze gedachte heen, want verbazing of niet, het moet! Ik bel met Nicole en we zitten wel een uur aan de telefoon en ik krijg nuttige sites door over loslaten en praktische tips. Ik neem het allemaal in me op en lees er op los. Ik voel me net een spons, ik absorbeer alles wat voor mij van belang zou kunnen zijn. Ik ben wel een selectieve spons, ik absorbeer namelijk niets wat me niets gaat opleveren. Ik bedenk me dat zo'n ingreep van gisteren, hoe klein ook, je weer heel klein en hulpeloos maakt. Dat is het gevoel dat je hebt, ik kan veel delen en van me af praten en schrijven, het gevoel van hulpeloosheid en afhankelijkheid staat heel dicht bij me en daardoor voor je je alleen. Alleen in je misere, omringd met lieve mensen, maar dat gevoel is onbeschrijfelijk. Ik geef toe aan het gevoel en probeer het te plaatsen en ik wil het niet ontkennen. Het is er en het gaat voorlopig niet weg. Mijn maag voelt vaag, maar alweer beter dan straks. Ik denk bij mezelf, zie je wel aan alles komt een eind en straks is er een maagbeschermer. Zoals gisteren me iemand schreef, lang leve de drugs!
Vanmiddag komen Puck, Teun en Guus weer en daar kijk ik naar uit. Ik wil hun lachende gezichtjes zien, hun verhalen horen, ik wil ze voelen en ik wil ze ruiken. Het zijn zulke lieve kinderen en elk zo bijzonder op zijn eigen wijze. Puck die vele trekjes heeft van Henry en die veel nadenkt en heel gevat uit de hoek kan komen, die haar tijd neemt en voor een meisje al veel geduld heeft en kan relativeren, ik leer van haar. Teun die zo onbezorgd in het leven staat dat ik er af en toe zelfs een beetje jaloers op ben, die geen geduld heeft, maar die zich altijd zo weet uit te drukken dat iedereen hem begrijpt. Hij maakt van iets complex iets heel simpels, ook van hem leer ik. En dan Guus, die fysiek zo sterk is, die niet stuk te krijgen is, die aanhankelijk is, weet hoe hij de aandacht naar zich toe kan trekken en die altijd maar doorgaat, hij laat zich niet kisten, ook van hem leer ik. Zulke kleine kinderen, die mij dagelijks anders leren kijken en die juist mij energie en kracht geven en mij laten relativeren en mij tempo laten terugnemen. Ik doe dat nu bewust en heb dat hiervoor ook gedaan, maar was er mezelf veel minder van bewust. Het zijn eigenlijk gewoon engeltjes en heel af en toe draken :) Ik ga kijken of ik mijn jodiumvlekken kan verwijderen, want douchen mag ik nog niet en ik ga kijken of ik mijn gezicht weer een beetje fris en fruitig kan krijgen. Ik neem mijn tijd en doe lekker rustig aan. Ik kijk naar buiten en zie de zon schijnen, de lucht is blauw. Ik wil straks naar buiten en de frisse lucht in me opnemen, ik wil met Henry en de kinderen naar buiten, lekker de Warande in wandelen en genieten van de 12 graden van nu.  Mijn vriendenkring is verlicht, er brandt van 's ochtends tot 's avonds een kaarsje. Ik kijk ernaar en weet dat deze kring de komende tijd heel belangrijk voor me zal zijn. Er zitten al veel mensen in mijn kring, mensen die elkaar stevig omarmen en weten dat ze er voor elkaar zijn, ieder op zijn eigen wijze, een wijze die hen en mij past. Ik houd van deze mensen, ik heb ze lief met heel mijn hart en meer kan het niet zijn.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten