zaterdag 18 februari 2012

zaterdag 18 februari 2012 Carnavalsoptocht in Helmond

Het is weekend. De kinderen slapen niet echt uit, maar komen heerlijk bij ons in bed liggen. Ze vragen wanneer ze naar de optocht toe mogen en ze vragen aan elkaar hoe ze verkleed zullen gaan. De keuze is snel gemaakt. Heks en 2 maal Cowboy. Henry gaat met ze naar beneden en ik blijf lekker in bed liggen en neem het er van. Ik slaap nog 2 uur!!!!! Daarna ben ook ik fris en fruitig en ga ik naar beneden. Het is een levendige boel in huis. Henry doet de boodschapjes en ik help met de verkleedpartij. In onze straat woont een echte prins Carnaval en er klinkt een hele fanfare, de straat stroomt vol. We staan allemaal voor de raam te kijken als de Keijebijters voorbij komen. En drie stuiterballen staan naast me, Carnaval maakt hieperdepieper. We doen de polonaise door huis op het bitterballenlied. Puck voorop, ik in het midden en Teun erachter. Guus kijkt vanaf een afstand toe en zingt niet over bitterballen maar over de toeter van de waterscooter. Het is feest in huis en het is feest buiten. Na de boterham gaan we naar tante Det, want de optocht in Stiphout staat op het programma. We komen daar samen en ik neem mijn truffeltaartje mee. Carnaval en eten is onlosmakelijk met elkaar verbonden. Bij Bernadette geniet ik van een vers gemaakt kommetje Kervelsoep en we gaan in de schmink. Oma is er ook en Yvonne komt nog. Dan zien we al veel beweging op straat en horen we de klanken van de Carnaval. Jassen aan en naar buiten, op naar het feest. Huppelend, schreeuwend, gillend en zwaar in de schmink rennen de mannen en de meiden om ons heen. Het regent, maar niemand heeft eigenlijk enige hinder van de regen. En dan duurt wachten nog lang. Alle serpentines zijn uitgeblazen en gegooid en liggen al voor ons. En dan ineens, is het eerste teken van de optocht zichtbaar. Wat een spektakel! De snoep die gegooid wordt, wordt verzameld in een plastic tas en Puck knuffelt met de knuffelbeer die gratis wil knuffelen en ik zeg dat ik jaloers ben op haar. Puck geniet en glimlacht en straalt Zo ook Guus en Teun. Het is Carnaval en het is feest! Yvonne en Willemijn sluiten aan en na de optocht gaan we koffie en thee drinken met de truffeltaart van Top uit Soest. De taart is echt geweldig, heerlijk en hij gaat tot de laatste kruimel op. Hij wordt de hemel in geprezen die taart en oude herinneringen over onze tijd in Den Dolder/Bilthoven worden weer levend. De kindjes spelen en er is gezelligheid en het is goed, gewoon goed. En ondanks al dit moois heb ik een knoop in mijn maag. Een knoop die ik niet goed kan verwoorden. Het gaat over het gevoel van mijn vrouw-zijn. Wat is vrouw-zijn eigenlijk? Zelfs dat kan ik niet benoemen en verwoorden, dus ik bedenk me dan wat ik voel. En dan komt het hoge woord eruit: ik voel me niet mooi! Waar komt dit in hemelsnaam vandaan? ik ben hier nooit echt mee bezig geweest. Ik heb vrouwen wel een gehoord over het feit dat zij zich niet mooi voelden -terwijl ze mijns inziens prachtig zijn- en dat verbaase mij altijd. En nu.... nu voel IK het. Uiterlijkheden en het daar constant mee bezig zijn vind ik nogal oppervlakkig en ben ik nu oppervlakkig? Het houdt me echt bezig. Ik heb wel eens met vriendinnen geconcludeerd dat we eigenlijk - los van de vaste klaagfactoren als een extra vertrolletje of een ontsierend adertje- niets te klagen hebben. We passen prima in de maatschappij, hebben een keurig maat 36 en ook nog vrouwelijke vormen, dus zeuren is niet voor ons. En dan namen we nog maar een borrel met een bittergarnituurtje. Qua kleding was het vaak een kwestie van wat past bij de gelegenheid en wat voelt prettig, zodat je je ook daar niet bewust van hoeft te zijn. Oftewel zorgeloos en dan zie je dat begrip maar weer eens binnenkomen. Dat is nu voorbij. Al deze zorgeloosheden hebben plaatsgemaakt voor onzekerheid, een onbekend fenomeen en begrip voor mij. Dat waar ik altijd zo zeker van was is ineens weg, helemaal weg en verdwenen. Vragen die rondgaan in mijn hoofd zoals hoe ben ik met bloot haar en hoe ben ik als het glinsterinkje uit mijn ogen weg is. Ik, altijd met een enorme kop met haar -zonder stijltang zo'n lekkere pluiskop- en ik, met een altijd olijke blik door de erfelijke Duymelinken-dopogen, met de grote pupillen. Allemaal zekerheden die ik had en die zo bij mij horen en waarvan ik nu niet weet wat dat doet als het verandert en of het verandert en wat het doet als het er niet meer is. Ik word er onzeker van en dat past totaal niet bij me en die onzekerheid brengt weer weemoedigheid met zich mee. Die weemoedigheid zorgt weer voor labiliteit. Ik voel me een vreemde in mijn eigen lijf en niemand kan me daarbij helpen. Ik zeg het maar weer eens tegen mezelf. Ik ben een knapperd en eens een knapperd altijd een knapperd. Als ik dat tegen mezelf zeg klinkt het zo simpel en is het ook zo simpel? Ik doe mijn best en meer dan dat kan ik niet doen, maar je best doen valt niet mee. Mijn gedachten, die ik uitspreek aan wie het maar wil horen, want iedereen mag het horen, het is wie ik ben. Ik voel me onbestemd en toch wil ik dat niet, maar verzetten heeft geen zin. Ik spreek mezelf toe en dan komt er weer een golf van power over me. We hebben als gezin weer een doel, want wat zullen we eten vanavond. De kinderen willen pizza en ik wil eigenlijk Japans. Dan hebben we het over eten bestellen, maar uiteindelijk is het manlief die het eten maakt. Pizza's voor de kinderen en een kogelbiefstukje voor ons met een gebakken krielaardappeltje en een Ceasar Salad. Als begeleiding een lekker rood wijntje. Het hoeft allemaal niet zo ingewikkeld te zijn en het is heerlijk. We eten, maar mijn tranen zitten hoog. Ik vertel de kinderen dat ik een beetje verdrietig ben en Puck weet ons te vertellen dat dat door de kanker komt. Ik breek een beetje en Puck komt lekker bij me zitten. Wat hou ik van haar, meer dan me lief is, mijn mooie meisje! Ik zie haar nog geboren worden op de dag dat ik eigenlijk in Eurodisney zou zijn. Puck zo zacht als konijntjes en zo mooi als Duizendschoon en 2800 gram, met recht een lief klein meisje. Ik knuffel haar en voel mijn buik zich met liefde vullen, een onvoorwaardelijke liefde en ik kan niet wachten om met haar samen vele hobbels in haar leven te doorstaan. Guus is zoals zo vaak lekker zijn grenzen aan het verleggen en een verandering van onderwerp zorgt dat hij van deze taak afstapt. Dan is er weer even rust, een serene rust, rust bij de kinderen en rust bij ons. Henry ruimt de tafel af en ik ga met mijn wijntje achter de laptop zitten. Evenwicht, een basis van een solide gezin. Ik vraag me af of ons evenwicht inderdaad solide genoeg is voor het jaar dat komen gaat en ik heb vertrouwen. Ik kijk naar de kaarten die vandaag binnengekomen zijn en bedenk hoeveel goed me dit doet. Het feit dat velen met ons meeleven, laten we die energie met elkaar verbinden. Al deze positieve energie en de 20 engelen (en die ene van rozenkwarts die ik vanaf gister altijd bij me zal dragen) betekenen maar 1 ding. En dat ene ding is SUCCES. Dit is voorbestemd een succes te worden. Ik heb vertrouwen, deze knapperd heeft vertrouwen, vertrouwen in de goede afloop en vertrouwen in het feit dat ook haar onzekerheid wel overwonnen gaat worden. Bloot haar is hip, hipper dan ooit en bloot haar dragen met overtuiging is stoer. Iemand schreef me je bent niet alleen een knapperd maar een stoer wijf. Ik ben een stoer wijf!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten