vrijdag 10 februari 2012

vrijdag 10 februari 2012

Deze dag begint zoals altijd met een heerlijke drukte. Teun is beter en kletst de oren van je hoofd. Hij heeft vanochtend een start gemaakt om Guus te overtuigen van het belang van Lego Ninjago. Lego Ninjago is volgens hem verzonnen, maar het zijn wel vetcoole strijders van ijs, vuur, wind en aarde. Hij doet dat behoorlijk krachtig en hoopt dat Guus vanaf nu ook alleen nog maar Lego Ninjago wil. Als zijn plan lukt dan heeft hij straks zelf dus ook meer Lego Ninjago, want wat in huis staat aan speelgoed is eigenlijk van iedereen. Mama zegt namelijk altijd samen spelen, samen delen, dus Teun is slim bezig. Puck heeft bedacht deze dag heerlijk in bed te blijven. Puck is vanochtend haatsmurf, ze haat wakker worden. Als ik haar vraag waarom dan zegt ze dat haar bed zo heerlijk warm is. Ook ik heb heerlijk geslapen en iets in me wil me laten denken dat na het nieuws van gisteren alles weer normaal is. Het realiteitsbesef is er helaas weer heel snel. Het is niet normaal nu en het zal vanaf heden nooit meer normaal zijn. In die zin, de  onbezorgdheid is voor eeuwig over en dat is een hard besef. Ik ga me douchen, kleed me aan en denk schouders eronder! Ik heb me vanaf nu voorgenomen om iedere dag voor de spiegel te gaan staan, mezelf in de ogen te kijken en te zeggen, Han je bent een kanjer. Als ik in mezelf geloof dan ben ik ook een kanjer en kan ik de hele wereld aan! Ik ben klaar voor de dag. Ik ga naar beneden en probeer de kinderen aan te sporen. Bij ons betekent dat tanden poetsen, haren kammen, schoenen aan en jassen aan. Dit klinkt zo eenvoudig, maar met drie van die koters neemt dat minimaal een half uur in beslag. Als de boel klaar is vertrekken we naar school. Ik breng ze vandaag weg. De auto zit vol met ijs en Teun probeert me te helpen en concludeert dat het er makkelijker uitziet als ik het doe :) We zijn als altijd keurig op tijd op school en hebben dus alle tijd om alle klassen af te gaan. Eerst Puck, dan Teun en als laatste Guus. Ik ga na school even naar de supermarkt en dan naar huis. Thuis ruim ik de boel een beetje aan de kant en om half tien staat Jeroen voor mijn deur. Ik vind het fijn dat hij er is en we drinken koffie en thee en eten (wederom) appeltaart. We hebben het over wat er in korte tijd allemaal over je heen komt en dat dat allemaal moeilijk te bevatten is en uiteraard over wat ik op arbeidstherapeutische basis zou kunnen doen. Jeroen heeft ideeën genoeg en dat geeft mij moed. Ik kan straks gewoon ook als werknemer van Sligro weer wat (zij het minimaal) betekenen en dat maakt je, los van kankerpatient, weer een beetje meer normaal mens. Het klinkt raar als ik het zo zeg, maar zo voel ik het wel. Jeroen is realistisch en zegt eerst de komende week af te wachten, zodat we daarna kunnen bepalen hoe en of wat. Ik kan er nu al naar uitkijken. Weer onder mijn collega's zijn. Ook een mama uit Puck haar klas belt spontaan aan en staat er met een bos tulpen om me een hart onder de riem te steken. Ik ben ontroerd en dit medeleven maakt me beresterk. Ook de buurvrouw informeert over de meest actuele status en doet een vreugdekreet. Al dit soort uitingen komen heel diep bij mij binnen en geven energie en kracht, die heel hard nodig is voor alles wat nog gaat komen en dat realiseer ik me terdege. Jeroen vertrekt en vriendin Yvonne belt of we samen een bakkie kunnen doen op de eerste goede afloop met wat lekkers erbij, ik zeg haar dat ik het lekkers al heb. Erica belt en we praten elkaar weer helemaal bij en als alles meezit zal ik haar en Gerben volgende week ook weer even zien. Heerlijk! Dan staat Yvonne al binnen en al snel zitten we aan de thee en koffie. Gezellig! en wat fijn dat ze er is. Dan is het alweer middag, ik dek de tafel zodat we meteen aan tafel kunnen als Alyssa met de kinderen thuiskomt. Alyssa is er rond half een en ze heeft alleen Guus mee. Teun is bij Lars en Puck is bij vriendin Nadine. We smikkelsmakkelen van onze lunch en ik eet de macaroni van de dag ervoor en ik geniet weer net zo als gisteren. Wat vind ik dat lekker! Ik heb plannen voor de middag, ik wil een heksenpak voor Puck en twee Cowboypakken voor Guus en Teun hebben voor de carnaval. Ook wil ik vazen hebben, want ik ben nu echt door mijn vazen heen. En wil ik graag naar de supermarkt. Ik realiseer me dat ik in de zesde versnelling sta en dat ik moet proberen terug te schakelen, anders vraag ik teveel van mezelf. Een Yogalerares heeft deze metafoor eens voor mij gebruikt om aan te geven dat ook vanuit versnelling 1 dingen gedaan kunnen worden. Ik probeer te schakelen en laat de supermarkt al varen. Dan gaat de telefoon. Het is de afdeling Oncologie. Ik tril weer van top tot teen. Niet weer, niet weer, denk ik. Ik bel terug met trillende vingers en loop te ijsberen door huis. Ik krijg de assistente aan de lijn en ze probeert me door te verbinden maar dat mislukt. Dan bel ik weer en hoor ik haar zeggen dat Marjorie me vanaf de andere lijn probeert te bellen. Ik hang snel op. En dan gaat de telefoon en hoor ik de rustige stem van Marjorie. Ik zeg haar direct dat ik sta te trillen, ze zegt direct dat ze belt met goed nieuws. Ze kan het me niet aandoen me zo lang op de definitieve uitslag van de lever MRI te laten wachten. Niet na wat ik achter de rug heb. Ze vertelt me dat met 100% zekerheid het vlekje op mijn lever een hemangioom is. Ik ben blij en ga goed het weekend in. Dan wil ik gaan. Ik vertrek en bij de auto zie ik dat ik een bekeuring heb, 85 euro is de schade. Ik ben des duivels, furieus! Stoom komt uit mijn oren. De spanning van net komt er in alle toonaarden uit. Ik besluit meteen te bellen met het stadskantoor. En daar krijgen ze meteen de volle laag van me. Ik word doorverbonden en vervolgens zou ik naar kantoor kunnen komen. Na 2 minuten sta ik in het stadskantoor met schuim op de lippen. Ik vertel dat in niet voornemens ben om maar 1 cent te betalen. Ik ga maar door en nu ik er aan denk kan ik er om lachen. Maar het verhaal is dat wij in onze straat ontheffingen hebben, 3 per gezin. Dit alles vanwege het ziekenhuis wat hiernaast is gelegen. Veel mensen parkeren in onze straat omdat ze niet bereid zijn betaald te parkeren bij het ziekenhuis. Vandaar de ontheffingen. Vanwege alle toestanden hier thuis heb ik mijn ontheffing even aan iemand anders gegeven, zodat zij geen bekeuring zou krijgen. En ik zei nog als ze mijn kenteken intypen dan zien ze dat ik hier woon, dus daar schrijven ze niet voor. Niet waar blijkt nu. Ik verwijt de meneer bij het stadkantoor dat de politieagenten niet bijster intelligent zijn. De meneer is heel vriendelijk en blijft dat. Hij laat mij op de achterkant van de bon mijn verhaal en telefoonnummer schrijven en gaat kijken of hij de bon in het systeem kan tegenhouden. Mission completed. Ik ben het kwijt en ga naar de Action. Ik kom erachter dat ik mijn portemonne thuisgelaten heb en rijd weer terug naar huis. Daar komt dezelfde meneer als van de week weer een superbos bloemen bezorgen, van de directie van Sligro, van Koen. Ik ben blij en besluit weer rechtsomkeer naar de Action te gaan, want vazen is bittere noodzaak nu! Na de Action ga ik door naar de Greef voor de carnavalskleding. Marja belt me en ik ben zo blij haar stem te horen. We praten en ze geeft me een mooi compliment door te zeggen, Han je bent een knapperd. Dit geeft me kracht en ik bedenk me ik ben inderdaad een knapperd. Dat gaat mijn dagelijkse spreuk worden voor de spiegel IK BEN EEN KNAPPERD! dat is wat ik ben! Ik loop naar de ingang van de Greef voor de carnavalskleding. Ik zie een prachtig heksenpak voor Puck met bezem. Voor de jongens vind ik niets. Ik wil naar de kassa lopen, waar een behoorlijk rij staat en de telefoon gaat. Het is Alyssa. Ik bedenk ineens er is iets met Guus, dus ik neem snel op. Dan hoor ik Alyssa zeggen er zit bezoek voor je. Ik betaal en ga naar huis. Daar zitten Marielle en Ingrid op me te wachten, zomaar, om me een hart onder de riem te steken en met een mooi bloemenrekje. Ik ben blij met hun komst en hoop snel eens inderdaad koffie te drinken met ze in de stad en op de markt rond te lopen, zomaar omdat het fijn is om zoiets samen te doen. Dit geeft mij kracht, heel veel kracht en ook energie! Alyssa gaat Teun ophalen en ik pak mijn spullen uit en kook een verantwoorde maaltijd. Henry komt thuis en Puck komt thuis met Nadine en de papa van Nadine. We kletsen even en de papa van Nadine stelt voor dat het mogelijk is om sowieso iedere vrijdag Puck mee te nemen, dat verlicht ons in de tijd die komen gaat en de meisjes hebben echt plezier samen. Zo lief, zo attent, dat doet een mens goed! Ook moeten we niet vergeten om kaartjes te kopen voor het Ranjabal, want dat gaat gewoon door, Carnaval is Carnaval en de kinderen kijken uit naar het Ranjabal :) We gaan lekker eten en ik laat de kinderen luisteren naar het begin van mijn kinderboek 'Dol dwaze draak Goedhart'. Puck vindt het prachtig en ze wil graag met de tekeningen helpen en met de kleuren en ze wil het voorlezen in de klas. Dit doet me deugd! Van Guus moet ik ook een boek gaan schrijven over kleine beestjes, ik beloof hem dat dat ook nog komt. Dan is het tijd voor bed, lekker slapen. Ik bel mama en Bernadette en Yvonne en de ontlading van deze bewogen dag volgt, een fijne dag, maar intensief. Ik praat over het loeizware traject wat voor ons ligt en het feit dat ik steeds meer besef dat ik straks even in al mijn leed alleen op de wereld zal zijn. Weliswaar met veel lieve mensen om me heen, maar ik zal de strijd moeten leveren en doorstaan. Ik wil levenskracht voelen en krijgen. Donderdag zal ik naar Ronald gaan en samen met hem hoop ik dát te krijgen/vinden wat ik zoek met zijn bewustzijnssynthese. Ik kijk er naar uit. Tot die tijd lekker voor de tv vanavond, borreltje erbij en realiserend wat voor knapperd ik toch ben. Morgen zie ik pa, ma, Jeanne en Alexander en misschien Huub en ik kijk er naar uit, deze knapperd kijkt ernaar uit deze mensen even te omhelzen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten