woensdag 1 februari 2012

dinsdag 31 januari 2012

Op dinsdag 31 januari vetrek ik ruim op tijd naar de mammapoli van het Catharina Ziekenhuis. Ik vertrek alleen en heb de afspraak met Henry gemaakt dat mocht het nodig zijn hij standby zou zijn. Ik ben nog nooit eerder in het Catherina Ziekenhuis geweest, dus ik heb mijn identiteitsbewijs bij me zodat ik een ponskaartje kon laten maken. Ik meld me bij de balie en al snel krijg ik een ponskaartje en word doorverwezen naar afdeling 55 Oncologie van de mammapoli. Ik loop vol goede moed de eindeloos lange gang door en meld me bij de balie. Bij de balie vraagt de dame mij of ik een enquete in zou willen vullen. Ik wil dat wel dus ga naar wachtkamer C en vul de enquete in. De enquete was nogal deprimerend van toon. Of ik het leven wel aankon en of ik vaak depressief was en zo verder. Ik vond het allemaal zwaar op de hand, want ik was vrij tevreden over alles en het leven en ook over mezelf. Jazeker, ik was licht gespannen, maar ik zit dan ook niet dagelijks op de afdeling Oncologie van een ziekenhuis. Na 5 minuten bracht in de enquete terug naar de balie en ging weer terug de wachtkamer in. Ik had gerekend op lange wachttijden dus was voorzien van een leesboek en begon te lezen. Het was het boek van Connie Palmen en na 2 pagina's dacht ik al, dit gaat het niet worden. Ik storte me maar op de blaadjes in de wachtkamer en dat ging beter. Na 40 minuten hoorde ik mijn naam en volgde ik een nurse practioner naar een behandelkamer. Zij vroeg me naar mijn klachten en onderzocht me. Ze maakte een tekening op papier van mijn borsten en gaf aan waar zij wat had gevoeld, zodat bij het verdere verloop van de dag dat duidelijk was. De dame vertelde mij dat klierweefsel vaker voor kwam en vrij onschuldig kon zijn en dat noemde ze dan een korrelstructuur. Ze voelde in beide borsten dat dit er zat. Met tekening en vol goede moed vervolgde ik mijn dag door naar afdeling 54 te gaan. Op deze afdeling zouden foto's en een echo van mijn beiden borsten worden gemaakt. Ik nam een kopje thee en ging zitten en was eigenlijk direct al aan de beurt. Ik liep met thee naar binnen en mocht mijn bovenlichaam ontbloten. De dame vertelde mij wat de bedoeling zou worden en ik luisterde geconcentreerd en deed precies wat van me verwacht werd. Het was niet prettig, maar ik had me het erger voorgesteld. In een mum van een tijd stond ik weer buiten en dacht so far so good! Maar niets was minder waar, na 5 minuten wordt mij gevraagd of ik nog even terug wil komen. En ik ga weer naar binnen. De mevrouw laat mij weten dat het voor de volledigheid fijn is als we voor beide borsten nog een opname maken, zodat er zogenaamde plakjes van het gebied zouden ontstaan, dat gaf een meer volledig beeld. Het was wel extra vervelend want dan moest ik langer in de pletmachine :( Ik vond het geen probleem en 10 minuten later was ook dit gepiept. Ik mocht weer terug naar de wachtkamer. Daar heb ik even zitten wachten, nog een kopje thee gedronken, plasje gedaan en brood gegeten, sms-je verstuurd en toen werd ik binnengeroepen voor het echografisch onderzoek. Ik dacht dit is het meest relaxte gedeelte, want een echo doet in ieder geval geen pijn! helaas was niets minder waar. De echo doet geen pijn, echter zag de echoscopiste iets dat haar verontruste en zij gaf aan dat ze sowieso wat hapjes van het weefsel wilde nemen. Mijn hersenen maakten overuren, hapjes, hapjes.... Ik vroeg haar bedoelt u hier een biopsie, dus met dikke naald. Zij bevestigde dat mij. Op dat moment begreep ik dat er in ieder geval iets verdachts gezien was, wat in ieder geval nader onderzoek behoefde. Hapjes bleken twee biopten te zijn, maar los van deze biopten was het ook nodig om een punctie uit te voeren van de lymfklier, want ook hier was wat te zien op de echo. In mijn hoofd begon het ordenen. De folder en de dokter vertelde mij dat er kon worden overgegaan of op een punctie of op een biopsie, ik had beiden, dus dat stelde mij op zijn minst gerust. Ondanks dat was mijn voornaamste gedachte wat moet dat moet en we zijn er nu, dus dan maar heel uitgebreid. De dame had me twee keer geprikt voor de lymfklier, maar was ontevreden over het resultaat en liet me weten als ze het nog een keer zou doen dat dan de resultaten zeker goed zouden zijn. Ik wilde dus nog wel een keer een prik ondergaan, want om nou terug te komen en het allemaal nog een keer over te doen was eigenlijk geen optie. Daarna was het tijd voor de biopsie. Ik kreeg een plaatselijke verdoving die heel oppervlakkig was bleek na de eerste knip in het weefsel. Dat was een knip in de nare plek :( Het brandde verschrikkelijk, maar adem in adem uit. De dame liet weten dat het diepere weefsel niet verdoofd was, maar het leed was al geschied. Adem in adem uit... De tweede knip viel daarna dan ook reuze mee.  Met een blauwe en pijnlijke borst en voorzien van mooie pleister ging ik de kamer in en trok mijn kleren aan. Ik kreeg een brief mee en vertrok van afdeling 54 naar afdeling 55. Ik was in ieder geval zeker van het feit dat er iets niet goed zat en dat de echoscopiste het verontrustend vond. De cellen die zij zag waren grillig, gespannen en woekerend. Geen goed nieuws en alles van dat wat ik verwacht had rasoptimist als ik ben. Ik liep terug en dacht dit is niet goed. Ik stuurde een sms naar Henry'en Bernadette en stelde collega's op de hoogte. Ik wachte tot het voorlopige eindgesprek. Na 20 minuten werd ik opgeroepen. Dezelfde dame van de ochtend ging mij voor en ik volgde. In haar kamer waren de berichten niet hoopgevend. Ik ving woorden op als flipperkast, kruising waarbij rechtsaf het pad was dat we elkaar de hand zouden schudden en linksaf een pad zou zijn waarbij wij elkaar heel vaak zouden treffen. Dit ging niet over mij, maar over iemand anders. Ik miste de link met mijn leven, dit kon niet. Ik hoorde dat ik gewoon ook rekening moest houden met het feit dat het kanker zou kunnen zijn en ook de dame met mij mee flipperde omdat zij mij niet van hoop kon voorzien. Ik vatte het in mijn eigen woorden samen en zei: er is iets dat er niet hoort en de helft kans dat het goedaardig is en de helf kans dat het kwaardaardig is. Dit werd niet direct bevestigd omdat de dame mij liet weten dat er ook nog de vraag was of het weefsel in mijn borst en dat in mijn klier hetzelfde zouden zijn. Kortom veel vragen en op basis van het onderzoek zouden we meer weten. Ik word vrijdag om 14 uur verwacht en de dame vroeg mij in ieder geval iemand mee te nemen om mij bij te staan en daarbij horen 2 meer dan 1. Ik liet weten dat het allemaal nog niet tot me doordrong en dat ik zelf zeker nog hoopvol was, temeer daar borstkanker tegenwoordig goed te behandelen is. We gaven elkaar de hand en ik liep naar buiten volledig de weg kwijt. Alles herhaalde zich in mijn hoofd. Dit was niet goed, dit was totaal niet goed of beelde ik me dat in. Ik betaalde mijn kaartje en belde Henry. Hij was er even niet, dus ik sprak zijn voicemail in: 'bel me even het is niet goed.' Kort maar krachting. Daarna belde ik Bernadette en vroeg of ik haar kon storen. Ik zat nog steeds in de ratio en vertelde haar het verhaal totdat ik het woord kanker uitsprak. Ineens schoot ik vol, mijn verleden deed zijn intrede. Dit had ik al eens meegemaakt, toen was ik 18. papa zei toen tegen mij en mijn zussen:
'papa heeft kanker, maar we gaan er alles aan doen om hier tegen te vechten en daar gaan we voor'. Destijds troffen die woorden me zo diep, want kanker was het woord dat je niet hardop uitsprak, want het stond gelijk met de dood. De kamer die ik zo lang geleden gesloten had stond weer open en ik realiseerde me ineens dat ook mij dit dus kon overkomen en ook ik zou in de situatie kunnen belanden dat ik met Henry het onze nog zo kleine kinderen zou moeten vertellen. Ik was van de wereld, maar ging in mijn veilige modus verder om mijn verhaal af te maken. Ik reed weg belde Henry en sprak mijn zorg uit. Henry was met gierende banden vanuit Rotterdam naar Helmond gescheurd. Ik wilde niet direct naar huis, de confrontatie met de kinderen vond ik te, dus ik ging naar het huis van mijn zusje en daar ging Henry ook naar toe. Daar hebben we samen alles weer even in het juiste perspectief gezet. De ratio dus weer. De feiten en vervolgens hoe we zouden handelen. De rust was er weer, maar het rare is dat vanaf dat moment de rust er is gebleven, echter dat de emotie oncontroleerbaar en onaangekondigd te voorschijn komt. Zo ook 's avonds. We zitten aan tafel en ik vertel de kinderen in Jip en Janneke taal wat er is. Ik vertel ze dat ik een bultje in mijn borst heb en dat ik dat spannend vind. Dat de dokter in dat bultje heeft gesneden en dat hij gaat onderzoeken of het een goed bultje of een slecht bultje is. Allerlei vragen gaan over tafel en een slecht bultje kan dus betekenen dat mama kanker heeft. De vraag die wordt gesteld is of ik dood ga. Ik laat ze weten dat ik dat nog niet van plan ben en dat we daar ons best voor zullen doen. Praktisch als onze kinderen zijn concludeert de jongste dat als ik er niet meer zou zijn, ze alleen maar dingen aan papa hoeven te vragen. Een geluk bij een ongeluk. Vervolgens is het daar bij gebleven en het gesprek gaat over het proefzwemmen van Puck. Ik schiet ineens vol. Een diploma, hoeveel gaan er nog volgen en in het ergste scenario, maak ik dat nog mee. Tranen, gevolgd door tranen van Henry. De kinderen vragen waarom we verdrietig zijn en ik leg ze weer in alle rust uit dat wij nog steeds denken aan dat bultje en wat er zou gebeuren als het slecht is. We sluiten de dag en gaan voor mij een lange nacht in...........

Geen opmerkingen:

Een reactie posten