maandag 6 februari 2012

maandag 6 februari 2012

Wat een nacht weer, pfff wat is het zwaar. Telkens als ik dreig in te slapen word ik met een harde snik wakker en huil ik. Het lukt me niet om de slaap te vatten en ik durf geen slaappil in te nemen. De bijwerkingen staan me zo tegen. Ik neem nog een melatoninetablet, maar ook dat helpt niets. Het is inmiddels half twee en Teun staat huilend met zijn Snuffie en Snuffeltje aan mijn bed. Ik vraag hem wat er is. Hij heeft een nachtmerrie gehad over draken en Pythons. Ik zeg hem dat hij juist zo dol is op deze dieren, maar hij zegt niet uit die van mijn droom want dat waren hele slechte. Ik begrijp hem en vraag of hij even bij papa en mama in bed wil komen. Zijn kleine lijfje nestelt zich dicht tegen me aan en hij ruikt zo lekker warm en zoet, ik blijf heel stil liggen en voel pijn in mijn nek en schouder. Het brandt er en dat zint me niks. Ik kijk of Teun al slaapt en hij is vertrokken. Ik kan me niet keren en hoor dat Henry ook slaapt. Ik klim over Teun heen en ga in zijn bedje liggen. Het is dan ongeveer 2 uur in de nacht. Ik check mijn facebook en zie weer meldingen. Ik lees ze en probeer me te ontspannen. Mijn lichaam trilt van binnen, dat is het gevoel. Het trilt van al die spieren die op hoogspanning staan en van al de angst die niet weet hoe het er uit moet. Angst die oncontroleerbaar is en die je de moed in de schoenen doet zinken. Hoe hoopvol ik op de dag was, zo klein ben ik in de nacht. De nacht waar je jezelf klein en heel eenzaam voelt ondanks alle lieve steun om me heen. Ik ben in gedachten verzonken en vastberaden een kinderboek te gaan schrijven. Ik wil schrijven over De draak van Helmond die woont in kasteel Croy. Dit is een verhaal dat ikzelf verzonnen heb en mijn kinderen en hun vriendjes smullen ervan. Een draak, een hele lieve met een hartje aan het einde van zijn staart en een reus die als hij lacht alle kopjes op de tafels in helmond doet trillen. Ik wil een illustrator vinden die mijn gedachten kan visualiseren en ik verzorg de tekst. Ja dat wil ik doen! Het is inmiddels half 4 en ik val in slaap. Ik schrik wakker van de wekker, die ik meegenomen had om Teun lekker te kunnen laten slapen, en heb moeite om deze dag aan te gaan. Ik voel me moe en heb pijn, pijn in mijn nek en in mijn schouder aan de rechterkant. Ik sta op en loop naar boven, naar onze slaapkamer. Teun ligt nog heerlijk te slapen. Hij heeft knalrode wangen en ligt met zijn armpjes om zijn knuffels heen. Wat is hij mooi, als hij zo ligt kan ik uren naar hem kijken, ik heb hem dan zo mateloos lief . Rob de Nijs zingt hier zelfs een liedje over, ja Rob de Nijs, de zanger die ik zo graag hoor. Mensen lachen erom en geven op Rob de Nijs af, maar niet ik! Rob de Nijs komt voort uit mijn tijd in Utrecht, begon als grap, maar door zijn cassettebandjes te blijven spelen (ja je had toen in 1989 nog casettebandjes!) in het studentenhuis, ben ik er van gaan houden. Ik zing ze woord voor woord mee, ik kan zo naar het smartlappenfestival met mijn Rob-repertoir :)) Vele concerten heb ik bezocht en het meest recente concert in het HMH. Genoten met een hoofdletter G, de vaste stamkroeggenoten in de Veronica-bar weten dat ik tijdens de karaoke heel tekstvast was als het Rob betrof :)) Ik maak Teun wakker en hij kreunt, Henry is net als ik brak, ik kruip even heel dicht tegen hem aan en ik voel zijn warme lijf mijn lijf verwarmen. Konden we vandaag maar zo blijven liggen. Het ochtendritueel gaat van start. Ik haal de kleertjes van Teun en help hem op weg, ik maak Puck wakker die gedroomd heeft over het schaatsen en Guus blijf nog even liggen zegt hij, want hij is ziek. Ik meet zijn temperatuur en er is niets mis met hem, maar hij wil aandacht. Henry neemt hem mee naar beneden en ik douche me en doe mijn kleren aan. Ik ga naar beneden en Henry heeft de jongens en de meid al voorzien van drinken en brood en hun trommeltjes en fruit klaargezet. Ik probeer wat te eten en drink een kop thee. Ik voel me echt vreselijk en mijn ogen branden, mijn lichaam voelt zwaar aan en ik heb het idee dat ik ieder moment kan uitbarsten, zoals een vulkaan. De jongens gaan vanochtend met papa mee, Teun wil een paracetamolletje omdat hij zich naar voelt, hij krijgt een pilletje en na een half uurtje is hij fris en fruitig en babbelt er weer naarstig op los. Henry neemt de jongens mee naar school en ik ga met Puck naar de oogarts voor de controle. We moeten naar het Elkerliek in Deurne. Om half negen vertrekken we, we tanken eerst en zijn er om negen uur. In het ziekenhuis wachten we tot we een ons wegen en ik kan het wachten eigenlijk niet zo goed aan. Ik word erg onrustig en dan na een uur zijn we voor de eerste keer aan de beurt. Er komt bijna stoom uit mijn oren, maar ik houd me in. Ik zeg tegen de oogarts dat we wel heel lang hebben moeten wachten, geen respons. Puck gaat zitten en ze mag lezen. Ze ziet geweldig! Haar zicht is erg verbeterd, waaauw!!! Dan wordt de vraag aan Puck gesteld of ze nog wel goed plakt met de pleisters en Puck knikt verlegen van NEE. Ik voel me aangesproken en laat weten dat mijn hoofd er niet naar staat in verband met het feit dat ik niet zo lekker ben, ze vraagt of ik het wel wil gaan doen en of het nu wat beter gaan, ik schiet vol en tranen biggelen over mijn wangen, ik heb verdomme effe andere dingen aan mijn kop!!! Ik zwijg en zeg even niets meer. We moeten weer terug de wachtkamer in want een andere oogarts moet ook nog even kijken. We zitten weer te wachten en ik trek het niet meer. Ik loop naar de assistente en vraag hoe lang dit nog gaat duren. Ze geeft me aan dat er nog 2 mensen voor ons zijn. Ik ga terug en prompt krijgen Puck en ik een glaasje appelsap aangeboden, Puck een glas met een rietje. We drinken het op en vele minuten later worden we weer naar binnengeroepen voor welgeteld 30 seconden. Ik ben des duivels en krop mijn woede op. Ik loop naar buiten en zeg Puck dat het heel goed ging maar dat het wel lang duurde. Puck wil weten of ze nog kan gymen op school. Ik zeg dat het inmiddels bijna tijd is voor de boterham. Ik breng haar naar haar klas en meester Rob ziet ons komen. Hij vraagt hoe Puck ons verhaal heeft opgepakt in het weekend. Ik sta met tranen in mijn ogen te vertellen dat ze heel veel oppikt en een boek heeft meegenomen om over te vertellen. Het boek heet 'mijn mama heeft bloot haar'. Rob laat mij weten dat onze kindjes in de gaten gehouden gaan worden en dat ze veiligheid geboden gaan krijgen. Ik loop eerst, ren dan naar buiten en huil.... Eenmaal thuis gaat de deurbel . Een dierbare vriend staat op mijn stoep, gewoon om me even een hart onder de riem te steken en een knuffel te geven en me te vertellen dat ik moet knokken. Ik ben ontroerd. en in een flits is hij ook weer weg. Ik doe de deur dicht en ik huil zoals ik tot dusver nog niet gehuild heb. Ik ben mijn zus en ze is er even niet, ik bel mijn mama en vraag haar of ze wil komen, ik wil niet alleen zijn. Dan belt Yvonne terug en ik huil, ik vertel haar van mijn angst, mijn slapeloosheid en het feit dat ik het allemaal even niet meer zie zitten. Ze zegt ik kom, ik kom om je te helpen daar ben ik en zijn wij voor. Huilend loop ik de trap af met wasgoed in mijn armen. Op mijn stoep staan mama en ome Albert. Ik val mijn moeder in de armen en huil schokkend. Mama is er, zegt ze, gooi het er maar uit meid. Ik gooi het eruit en hoe. Mijn oom kijkt machteloos toe en knijpt in mijn hand. We gaan op de bank zitten  en praten wat. Dan krijg ik een kopje thee en mama smeert brood voor me, eten moet! Ik krijg twee bruine botermhammen met salami en het moet op! Het kost me moeite maar het gaat op, tot de laatste kruimel. We zitten inmiddels aan de keukentafel, mijn oom gaat naar huis en mama blijft. Ze vouwt mijn was weg, en ik praat over van alles en dat lucht op. Mijn zus komt en begint meteen in de actie, strijken, wat moet er voor avondeten komen en ik ga liggen op de bank. Moe, heel moe. Ik hoor hun geroezemoes en hun werken. Ik val weg, ergens hoor ik nog geluid, maar niet bewust en dan net zoals 's nacht snik ik heel hard, huil en ben wakker. Bernadette is er inmiddels ook, ze zit naast me op de bank waar ik op lig, ze streelt over me heen met een warme hand. Dit voelt vertrouwd. Ik snap even niet waar zij ineens vandaan komt maar ik voel ons ineens als de 4 musketiers, een voor allen en allen voor een! Ik huil weer en vertel Bernadette dat ik het niet aandurf om de slaappillen te nemen. Bernadette pakt meteen de telefoon en belt huisarts Pril en doet haar verhaal namens mij. Ze vraagt of er geen pillen zijn die bij wijze van spreken ook te halveren zijn. Mijn metazepam is een gelcapsule, dus beginnen met een halfje zit er niet bij. Bernadette heeft niet de arts maar de assistente aan de lijn en zij mag hierover niet beslissen. De huisarts zal mijn vanavond persoonlijk terugbellen. Bernadette en Yvonne gaan naar de winkel en kopen eten. Ik wil eten dat makkelijk wegglijdt zeg ik want eten kost me moeite. Alles gaat in rap tempo. wat een werkbijen zijn wij de Duymelinken eigenlijk. Niet lullen maar poetsen zeggen we bij Sligro, maar dat doen we thuis dus niet anders. Er staat een pan aardappelen op het fornuis waar een paard de hik van krijgt. Ik moet goed eten is de stelling. Spinazie en jagerschijven (nog nooit eerder gehad), spekjes, verse jus. Alles om ons Han aan te sterken. Wat doet dit me goed en wat vind ik het moeilijk de regie uit handen te geven. Het gevoel van heerlijk en moeite kruisen elkaar. Ik ben zo blij met deze mensen en het voelt zo goed dat ik alles kan laten hangen en zij mij gewoon aanvoelen zonder wat te zeggen. Ik ben nog steeds moe en verdrietig. We drinken een kruidenthee aan tafel die ze voor me hebben gekocht en we praten over van alles aan de keukentafel. Dit voelt zo fijn. Ik ben alweer kalm en Alyssa komt thuis met de kinderen. Teun is ziek, hij heeft 39,3 graden koorts. Alyssa legt hem op de bank en Teun vertelt ons dat hij dat ook op school in de middag had en dat hij alles heel sloom heeft gedaan. Hij krijgt een paracetamol en valt in slaap, hij had ook een zware nacht gehad. Puck vertelt dat meester Jan het boekje heeft voorgelezen en dat Femke voor mij een tekening gaat maken. Ik lach haar toe. Bernadette gaat naar huis en neemt mama mee. Ik kus hen en kan niet meer dan dankjewel zeggen, maar wat vond ik het fijn dat ze er waren, want wat voelde ik me vandaag weer klein, heel klein. Yvonne blijft nog even en vertrekt daarna, wat was ze mooi vandaag met haar bril en wat was ze kordaat, huppekee schouders eronder en strijken. Henry zal blij zijn met zijn overhemden en gestreken polo's en met zijn picolientjes die speciaal voor hem zijn gekocht, want eten moet! Ik omhels Yvonne en ook hier denk ik wat ben ik dankbaar dat ze er zo voor me zijn, in al mijn kwetsbaarheid, ik hou van deze mensen, heel veel en dat zit heel diep. Henry komt al vroeg thuis en zorgt voor de afronding van het eten dat op het fornuis staat. Ook hij gaat door en zorgt voor mij en zijn kindjes. Ik ben blij met het eten, eet mijn bord leeg en ben stil. Ik heb geen woorden, niet vandaag, ik ben stil en mijn lichaam trilt en blijft natrillen. Om 18 uur belt de  huisarts. Ze wilde me sowieso bellen en vertelt dat ze het telefoontje van mijn zus ontvangen heeft. Ze vertelt me dat ze donderdag mijn uitslag van vrijdag al had gehoord, dat ze het betreurd en dat ze niet anders kan zeggen dat ook zij dit vreselijk vind. We hebben het over mijn angst, mijn trillen en mijn slapeloosheid. Ze verzekert me dat ik de pillen gewoon kan nemen, alle slaappillen hebben bijwerkingen en deze is voor mij de meest geschikte zodat ik in de ochtend weer normaal ben omdat deze pil dan volledig is uitgewerkt. Ik vertrouw haar. Ze biedt aan om na de uitslag donderdag a.s. op huisbezoek te komen. We kunnen dan al onze vragen aan haar stellen en zij kan ons van antwoorden voorzien. Ze wenst me sterkte en ik heb vertrouwen in haar en vind het fijn dat ze komt, zodat ik al mijn angsten met haar kan bespreken. De kindjes kijken nog even TV en ik besluit mijn dag te beschrijven op mijn blog. We brengen de kinderen naar bed en ik drink wat thee, kijk wat TV, ga dicht tegen Henry aan zitten en besluit mijn slaappil te nemen en hoop op rust. Rust in het hoofd, rust in het lijf. Ik heb vandaag gevoeld, echt gevoeld en dat maakt zo klein en kwetsbaar, het zorgt voor onbenoembare angsten voor een wereld die je niet kent en die je eigenlijk niet wilt leren kennen, maar het moet, het moet, het moet echt. Ik zie een mail van een lotgenoot en bedenk me dat ik inderdaad ook taart wil eten op de goede afloop, ik voel weer hoop en krijg kracht.

2 opmerkingen:

  1. Ha lief zusje, wat een dag weer voor je, en wat voelt het fijn om dit alles voor je te kunnen doen. Ik ben graag bij je in deze moeilijke onzekere tijd, ook mij geeft dat rust dat ik je kan helpen en vooral van je kan houden en voor je kan zorgen. Want eens te meer besef ik wat dierbaren zijn en wat familie is. Dat oer gevoel overspoeld met liefde diep van binnen, waar niets mee mag gebeuren. ik sluit me dan ook volledig aan bij jouw motto SAMEN STERK en dat blijft zo. Ik heb ook diep respect dat het schrijven van deze blog je helpt met verwerken en hoe je je ondersteboven gezette wereld op dit moment beschrijft in al haar facetten en kwetsbaarheid. Love you xxx Yvonne.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Hey zus,

    Ik kan de woorden die Yvonne typt alleen maar onderstrepen. Wij willen het liefst de hele dag bij je zijn en je beschermen tegen alles wat maar mogelijk is. Wij helpen je graan, dat geeft ons het gevoel dat we wat voor je kunnen doen. Wij doen dat graag voor je en je gezinnetje. Jij bent er een uit duizenden, Han!! Heel veel liefs van Bernadette

    BeantwoordenVerwijderen