zaterdag 5 mei 2012

zaterdag 5 mei 2012

Gisterenavond was ik vanwege de paracetamol koortsvrij. De spierpijn was weg en ik voelde me aardig goed. Ik heb een film gekeken met Kevin Kostner over Honkbal, prachtig romantisch einde. Ik ging laat naar bed. Ik kon ook niet slapen vanwege het wafelincident.Ik kan daar niet zomaar overheen stappen, het blijft in mijn hoofd malen. Niet het incident, maar de diepere betekenis die ik er aan geef. Uiteindelijk is het 3 uur. Ik ga dan in het bed bij Teun op de kamer liggen met veel kussens. Het is een eenpersoonsbed, dus lekker koel en daarbij is Teun snurkeloos, dus geen geluidshinder. De spierpijn komt terug rond die tijd en wellicht omdat de paracetamol uitgewerkt is. De enige houding die lekker ontspannend is is op mijn rug me de vele kussens onder mijn hoofd en bovenrug. Ik slaap niet echt vast, maar heel oppervlakkig waardoor ik heel onrustig droom. Van alles passeert in mijn droom de revue. Verleden en heden ontmoeten elkaar in de nacht. Om 8 uur ben ik wakker en zo ook Teun. Ik kan me van de spierpijn nauwelijks bewegen en ik heb het bloedheet. Ik blijf liggen in de veronderstelling dat Henry eruit gaat. Maar Henry besluit om uit te slapen. Hij denk wellicht dat ik beneden ben. Ik probeer me ook niet te storen aan het feit dat de kinderen alleen beneden rondlopen, ik probeer me ook niet als enige verantwoordelijk te voelen, maar waarom lukt mij dat niet. Ik krijg het nog heter en ik ben verre van ontspannend. Ik besluit alvast paracetamol te nemen, zodat als ik uit bed stap ik er ook een beetje sta en niet als een vaatdoek me door het huis begeef. Ik roep Puck en vervolgens komen de 3 musketiers bij mijn bed staan met allen en lach op hun gezicht. Ze zijn in de veronderstelling dat ik een cadeau voor hen heb, een gedachten spinsel van onze Teun. Ik heb geen cadeau zeg ik alleen een verzoek. Ik vraag of Puck de oorthermometer voor me uit de badkamer wil halen. Iedereen wil het voor me doen, maar ik geef Puck te taak. Guus is verdrietig, dus ik zeg hem dat hij de thermometer straks weer terug mag brengen. En daar is hij het mee eens. Ik heb weer lichte verhoging, 37,9 graden op de oorthermometer. Ik voel me ook  grieperig, heb pijn over mijn hele lichaam. Ik blijf wachten tot de paracetamol zijn werk doet. Ineens hoor ik gestommel uit de kamer van Henry, het is inmiddels al half tien. Hij gaat naar beneden en weet niet waar ik ben. Hij zoekt in de kamers en staat dan op mijn kamer en vraagt hoe het gaat. Ik zeg dat het redelijk gaat en dat ik zo meteen wel kom. Na een goed half uur doet de paracetamol keurig haar werk en voel ik mijn spieren minder. Ik haal alvast alle bedden af, zodat dat geregeld is, vandaag vertrekken we immers naar huis. Iedereen wilde pas morgen vertrekken, maar ik ben klaar met de vakantie. Ik wil naar huis, daar weer alles op orde voordat maandag de school begint en mijn kuurweek. Beneden eet ik wat en ik vraag of de kinderen hun mooie schelpen en spullen die ze hier hebben gekregen willen verzamelen, zodat we die niet zullen vergeten. Henry gaat de koffers inpakken. Ik hoop dat we in de loop van de middag in Helmond zijn. Ik wil weer in mijn eigen huis zijn, ik wil weer van de wereld om me heen horen, ik ben hier teveel alleen geweest en dat is voor mij niet goed. Te weinig afleiding laat je voelen, soms is dat goed en leidt dat tot besef en soms is dat funest, want dan voel je je alleen, kun je je verhaal niet echt kwijt en heb ik de neiging om te verdwalen in mijn eigen gedachten. Ik ben dan geen onderdeel meer van het groter geheel, wat al heel klein is op dit moment. Het is mooi geweest onze vakantie. Ondanks de lichamelijke tegenslagen heeft het veel opgeleverd. Allereerst een besef dat ik zieker ben dan ik zelf wilde geloven, in tweede instantie heeft het laten zien dat we ook zonder hulp ons staande kunnen houden en het heeft ook weer laten zien dat als ik echt gevloerd ben, je het als gezin niet alleen kunt redden. Dat je dan extra hulp nodig hebt, om aandacht voor elkaar te behouden. Zowel Henry als ik zitten in dat soort situaties zo in onze eigen overleving dat je de connectie mist. We wisten dit natuurlijk al, maar we gingen er dan ook niet vanuit dat ik me in mijn derde week van de kuur zo zou voelen. Ik vrees dan ook met grote vrees voor maandag. Zijn de bloedwaarden goed genoeg om de kuur te ontvangen en zo ja, hoe komt de kuur dan aan in mijn lichaam. Wordt het nog zwaarder en kan ik nog minder of gaat het vergelijkbaar met nu? Wederom niemand die het me kan zeggen en vragen die niet altijd te beantwoorden zijn. Ik kan alleen mijn best doen, doorgaan en af en toe echt toegeven aan wat ik voel. Terwijl ik dit typ heb ik ineens enorme zin in Sushi. Ik wil vanavond het liefst Sushi eten, de california roll en de spicy chicken roll. Het liefst heb ik de ebi tempura en de gyoza van Abdul, maar Almere is iets te ver uit de richting. Bij Mojo’s in Helmond kun je geen gyoza bestellen of zalm van de plaat, alleen sushi. En daar eten vind ik absoluut geen optie, die drukte aan mijn kop. Het zou me heerlijk lijken met roze gember erbij. Ook zou ik nog wel wat sashimi erbij willen van tonijn en  zalm. Tenminste dat idee heb ik nu en dat kan zo maar weer weg zijn straks. Nu lijkt het me tongstrelend. Wat hebben we vaak gegeten bij Sensei in Almere; we hebben zelfs ons trouwdiner bij Sensei in Laren gehad met zo’n 35 man, gezellig in een woonkamersfeer midden in Laren. Ik moet zelfs lachen nu. Ik hoor Hanneke, de moeder van Nicole, nog zeggen dat onze kinderen, Sushi 1 en Sushi 2 gaan heten, vanwege onze sushi consumptie ten tijde van de zwangerschap. Hilarisch. Ook het afscheidsdiner van Bob was bij ons geliefde Sensei en met de tour van voer waren we er voor het laatst. Er lijkt me niets lekkerder nu, maar ik hoop op niets en probeer geen verwachtingen te hebben, want inmiddels weet ik maar al te goed dat als de verwachting geen invulling krijgt de teleurstelling zal volgen. Ik kijk naar mijn 3 musketiers en zij hebben de vakantie van hun leven gehad. Puck vond de dag dat Mirthe en Ibe er waren een van de leukste en de dag dat ik met hen op het strand was en met ze heb gefietst. Ik lach en ik denk er net zo over. Ik heb genoten op mijn manier, van de kleine dingen, ik had geen verwachting van de vakantie, ik zag er zelfs tegenop. Het is me dan ook meegevallen en ik heb nog meer kunnen doen dan ik zelf voor mogelijk hield. Ik heb ook een besef gekregen, een besef dat ik geen griepje heb, maar dat ik een serieuze en heel nare ziekte heb die kanker heet. Ik heb mijn beperkingen leren aanvaarden en accepteren en ik realiseer me hoe groot mijn liefde is voor mijn gezin. Ik weet dat mijn Henry zijn best doet en dat ik dat enorm waardeer en respecteer, maar dat het niet altijd even eenvoudig is tussen ons, omdat hij een andere copingsmechanisme heeft dan ik. Henry heeft in ieder geval deze week laten zien dat hij deze week de buiten activiteitenman was en de kinderen hebben hiervan genoten. Ik was de binnen activiteitenvrouw en zorgde voor de hapjes, de drankjes en de verhalen. We zijn best een aardig team. We zijn een prachtig gezin, een gezin dat samen aan het strijden is tegen kanker, het is onze borstkanker. Ons gezin, waarbij onze kinderen zo jong als ze zijn, al weten dat je samen sterk bent en dat je met elkaar een heel eind komt in het leven. Een hele wijze levensles.

We vertrekken rond het middaguur. Het pakken en opruimen is zeer voorspoedig verlopen. Schelpen, kunstwerken zijn ingepakt en we zijn klaar voor vertrek. Er is een tijd van komen en een tijd van gaan. We zullen nog een lunch hier doen en dan richting Helmond. Oost, West, Thuis, Best!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten