zaterdag 5 mei 2012

koninginnedag 30 april 2012 in de Haan Belgie

Leve de Koningin! Hoera, hoera, hoera! Vandaag is Koninginnedag. We merken er hier in België weinig van, toch staan we er even bij stil aan het ontbijt. De vraag die wordt gesteld is of ze straks even op de TV naar de koningin mogen kijken. Ik zeg als eerste dat dat mag en eigenlijk vind ik dat zelf ook wel leuk, bedenk ik me. Henry heeft de tafel gedekt en we zitten lekker te eten. Ik ben nog steeds niet helemaal fit. Er loopt bloed uit mijn neus en in mijn keel en ik heb een lichaamstemperatuur van 37,8. Nog steeds acceptabel, maar in mijn lichaam is geen sprake van comfort. Ik neem na het ontbijt 2 paracetamol en hoop dat ik me daardoor minder rillerig voel. Ik pak mijn laptop en begin te schrijven. Ik heb eigenlijk een supernacht achter de rug. Ik ben maar drie keer wakker geweest, om 1.07 uur, om 3.46 uur en om 5.23 uur. Echt geweldig. Ik heb gedroomd over mijn 4de chemokuur en dat is dan ook precies waar ik in mijn onderbewuste mee bezig ben. Als mijn lichaam onvoldoende hersteld kan de kuur uitgesteld worden, dus ik denk, kijk en zie mijzelf met het uur herstellen, de wens der gedachten. In mijn droom krijg ik een experimentele kuur. Deze start om 9 uur in de ochtend en pas om 15 uur in de middag zit de experimentele kuur erop. Ik moet dan nog een gedeelte van de TAC kuur doen, echter zijn ze me vergeten en niemand weet ervan. Ik word naar huis gestuurd en gevolg is dat al mijn geplande afspraken niet door kunnen gaan, omdat ik alsnog een kuur in moet. Mijn onderbewuste is dus bezig met mijn angsten van nu. Mijn angst is inderdaad mijn trage herstel dit keer en daardoor mogelijk uitstel van kuur 4. Ik kan het maar niet bespoedigen, want ik heb het niet in de hand. Dat is het rare, ik wil wel, maar mijn lichaam is aan zet en trekt zich niks aan van wat ik hierin wil. Ik krijg het gevoel van falen, zovelen gingen mij voor en konden het wel en ik niet. Dat slaat natuurlijk nergens op. Van die zovelen weet ik natuurlijk ook niet wat zij tussen de kuren door aan kwalen, antibioticakuren of ziekenhuisopnamen hadden te verwerken. Ik loop weer op de muziek vooruit, vooralsnog gaat het goed. Mijn temperatuur is nog steeds acceptabel, elke dag loop ik een stuk en elke dag neem ik ook mijn rust. Meer kan ik niet doen. Ik eet goed, drink goed en voel me redelijk. Dus ik moet niet kniezen en niet zeuren. In Helmond hebben ze hier een prachtig lied over met het volgende refrein:

Niet kniezen, niet zeuren, da’s hartstikke fout, vergèt niet te lève, want straks ben de oud!

Wat aan het refrein voorafgaat is de vraag waar de hemel is, of dat boven bij de vogels is of onder bij de vis. Er wordt dan geconcludeerd dat de hemel hier is en dat het van belang is om plezier te maken in het leven. Dus ik ga niet kniezen, niet zeuren, ik ga leven. En dat is wat we hier ook doen. LEVEN. Het weer ziet er weer veelbelovend uit vandaag. De zon die schijnt en als dit zo blijft kunnen we misschien ook wel een terrasje pikken. Ik verheug me al vanaf we hier zijn op het terras waar ze ook allerlei Tapashapjes hebben. In gedachten zit ik er al met een wijntje en allerlei lekkere hapjes erbij. Wat ik in positieve zin merk is dat mijn smaak alweer beter is in vergelijk met net na de kuur. Ik heb nog steeds een andere smaak, maar ik lust nu wel ranja bijvoorbeeld en ook kan ik weer thee drinken. Dus er zijn zeker positieve ontwikkelingen. De blaar op mijn hak ziet er nog steeds niet mooi uit, maar toch heb ik het idee dat er verbetering in komt. Sinds gisteren is het wondje dicht en droog. Ik loop hier dan ook gewoon op mijn Crocs rond. Dat interesseert me niets, alles voor de genezing! Ik ben nog niet het strand op geweest vanwege mijn blaar die nog open was, nu die droog en dicht is kan ook ik dat gaan ondernemen. Alleen als het weer zo mooi blijft, lijkt me heerlijk. Gisteren had ik overigens tranen toen ik met het gezin op de boulevard stond. Ik vond het zo mooi om te zien en meteen ook zo confronterend. Daar, zittend op de boulevard, realiseer je je ineens dat je doodziek bent en dat je van geluk mag spreken dat je er kunt zitten. Ik genoot op dat moment, van de plek, van het weer, van het uitzicht, van de kinderen, van het gezin en van het bruisende leven om mij heen. De zee was prachtig met haar mooie golven, onvoorspelbaar prachtig, want een golf laat zich niet regisseren. Ik voel me net als een golf. Ik laat me ook niet regisseren, maar ik wil wel graag een golf zijn bij mooi weer, die zich zo geleidelijk het strand op laat stromen en de tijd neemt om zijn vaart te minderen. Ik ben een golvende knapperd en ik minder dagelijks vaart en geniet van alle rust. De kinderen zijn zo lief hier aan het spelen, ze helpen elkaar en Henry leest de hier in huis aanwezige designerboeken. Er heerst een heerlijke rust en ergens zou ik willen dat het leven altijd zo was. Ik realiseer me meteen dat dit een irreële gedachte is en toch is het nu een heerlijke gedachte die prima past in mijn kleine wereld. Onze wereld is even niet groter dan dit huis en in dit huis zijn geen bedreigingen, in dit huis heerst rust en hier zijn we gewoon gelukkig met kleine dingen. Spelletjes, verhaaltjes, filmpjes, games, badderen, voetballen, in de luierstoel luieren in de tuin, wandelen, een ijsje eten, schelpjes zoeken en gezellig tafelen met elkaar. Het is 10 uur inmiddels en de TV staat aan, zo komt de koningin. Guus vraagt of ze in dit huis komt en we lachen. Nee ze is te zien op TV. Wie had dit kunnen denken dat wij met ons gezin in België op TV naar onze Bea en haar gezin zouden gaan kijken. Mijn leven is verandert en ik geniet van deze verandering.

We kijken op TV naar de aankomst van Beatrix in Rhenen. Na een half uurtje vinden we het allemaal welletjes. We gaan ons aankleden, want we liepen nog heerlijk rond in de pyjama. En daarna gaan we het dorp in, we wandelen wat en besluiten dan rond het middaguur om heerlijk op het terras buiten te gaan eten. Mijn tapastentje gaat het niet worden, want er is teveel weerstand in de groep. We besluiten naar een ander restaurant te gaan. Een beetje nostalgie, want zo’n 10 jaar geleden zaten we hier rond deze tijd ook. Dus na al die jaren op herhaling. De kinderen willen pannenkoeken en die hebben ze gelukkig. Ik ga voor de huisgemaakte garnalenkroketten op een slaatje en neem er een lekker glaasje Chardonnay bij. Henry neemt zijn favoriete La Chouffe en neemt er een uitgebreide dish bij. Het weer is echt fantastisch en het lijkt wel zomer. Achouffe, we zijn zelfs nog ooit naar de brouwerij gereden in Achouffe voor zijn favoriete biertje. Tegenover de brouwerij zit een forelrestaurant, het ziet er niet uit van de buitenkant, dat restaurant, maar de lekkerste forel van de wijde omtrek kun je er eten, uiteraard vergezeld van zo’n blonde of bruine  la Chouffe. Menigeen die ons kent heeft er ooit wel eens gezeten met ons als we in België waren. Er is ook een prachtige wandelroute ‘de Vallei der Feeën’, die je er kunt wandelen en dan eindigen in la Grange, zo heet geloof ik het restaurant. Na de lunch vertrekken we richting strand en ik wil graag mee. We lopen het strand op en dat gaat best zwaar. Ik ga lekker in het zand zitten en Henry en de kinderen rennen naar het water. Ik ga lekker liggen en geniet van de talen die elkaar kruisen en ontmoeten, Frans, Belgisch, Nederlands en af en toe Duits. Ik ga liggen en door al die geluiden ga ik in mijn herinnering terug naar Zandvoort. In mijn studententijd nam ik vanuit Utrecht bij mooi weer geregeld de trein naar Zandvoort. Ik wilde dan de boel de boel laten. Soms alleen, maar soms ook met een stel. Als ik alleen ging, ging ik vergezeld met slechts een boek, wat drinken en wat eten en een handdoek en verder niets. Ik ging dan heerlijk liggen, genietend van de geluiden en de zon. En ik kon daar echt een hele middag vertoeven om vervolgens in zo’n overvolle zomertrein weer terug te gaan naar het Utrechtse. Heerlijk vond ik dat. En nu met de geluiden op dit strand lijkt het wel weer of ik er ben. Ik ben heel even weggedommeld en dan hoor ik een dolenthousiaste Teun. Hij heeft een mega zeester op zijn hand, zelf uit de zee gevist en ook Puck en Guus hebben er een, zij het minder grote. Guus heeft hem op een schelp liggen en Puck heeft hem aan papa gegeven, zodat ze de zeester niet zelf hoeft vast te houden. Ik kijk trots naar de zeesterren en de schelpen die verzameld zijn. Ik krijg de schone taak op de zeesterren te passen en het idee is dat we ze laten drogen. Ik ga weer liggen en ze gaan er met zijn allen weer op uit. Ik kan alleen geen ontspannen positie meer vinden. Dus ik draai wat, ga weer eens zitten en heb het bloedheet met die pruik op mijn hoofd. Het zweet loopt van mijn hoofd en ik kijk of ik ze kan zien. Ik wil ineens heel graag weg, ik ben moe, heb het heet en het is mooi geweest voor me. Ik zie de kinderen en Henry nergens en mijn blik gaat over het volle strand. Heel in de verte zie ik een mensenmassa en ik denk ineens er zal toch niets gebeurd zijn? Ik krijg het nog warmer dan ik al had en van mijn gedachten en de vermoeidheid voel ik ineens tranen over mijn wangen stromen. Het verbaast me, waarom zit ik ineens te huilen? Ik bedenk me dat ik huil omdat ik me even verloren voel, door het feit dat ik mijn gezin niet meer in mijn nabijheid voel en dat herinnert me weer aan mijn ziek zijn. Ik hervat mezelf en ineens zie ik de mannen en Puck rennen, door het water, broeken nat, schreeuwend van plezier. Ze komen op me af en laten wederom zien wat ze allemaal meegenomen hebben, een stuk van een schedel van een meeuw en veel schelpen. Ik ben blij voor ze en ik vraag of we naar huis zullen gaan, want ik ben een beetje moe. Ze vinden het goed. Ze  nemen de zeesterren mee, maar er komt een vieze substantie uit de sterren. Dikke tranen. We laten de zeesterren op het strand achter en volgende keer nemen we een emmertje mee. Het is al weer goed en we gaan de schoenen aantrekken en voeten zandvrij maken. Eenmaal boven op de boulevard gaan we zitten en wederom komen er tranen uit mijn ogen, ik merk tegenwoordig zelfs niet meer dat ik dat doe en mijn tranen vloeien weer rijkelijk. Geen tranen van verdriet, zeker niet, maar tranen van dit mooie schouwspel waar ik onderdeel van ben in combinatie met de moeheid van het klunen door het losse zand van het strand. Drie kinderen die dansen, springen en met hun natte broeken wijdbeens lopen. Helemaal uitgelaten en schaterlachend. Ik houd de handjes van Guus en Teun vast en we lopen naar ons huis en ik ben zo trots dat ik hun mama ben. Ze zien van afstand de witte Haan die op het dak van ons huisje staat en rennen schreeuwend naar ons huis met de woorden daar is ons huis, daar is ons huis. Er wordt gekeken en gelachen om hen en ik lach mee. Thuis ploffen we in de luierstoelen en drinken we ranja en eten we de chippies die Puck uitgezocht heeft. Ik heb het zo koud en iedereen rent in een T-shirt rond. Ik heb een extra jas aangedaan, maar ik blijf koud. Ik besluit dan toch naar binnen te gaan en zet de kachel zelfs aan. Pas dan word ik weer een beetje warm. Hilarisch, de zon schijnt, Henry en de kinderen hebben het lekker warm en zitten buiten en ik zit binnen met de kachel aan. De kinderen spelen in de tuin en manlief gaat boodschappen doen. Hij gaat in ieder geval watermeloen voor Teun halen, want belofte maakt schuld. En ook weer van die heerlijke rosé die ik als een soort ranja weg weet te slurpen. Ik heb het eigenlijk heel goed voor elkaar, toch mis ik nog steeds de ontbrekende energie. Henry heeft met de kinderen al bedacht dat als ik weer genezen ben we met zijn allen naar Euro Disney gaan. Guus wilde meteen weten wanneer ik beter ben. We hebben maar gezegd dat dat volgend jaar is, dat geeft in ieder geval een beetje ruimte. En dat lijkt me inderdaad een feest gezien de leeftijden die ze volgend jaar hebben. Vanavond staat er zalm op het menu, echter Henry en Puck lusten geen zalm en zij eten vlees. Wat erbij gegeten wordt dat bepaalt Henry in de supermarkt, we laten ons graag verrassen. Deze Koninginnedag in België is een hele mooie dag. Ik had mijn oranje sjaal om vandaag, toeval?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten