zaterdag 5 mei 2012

dinsdag 1 mei 2012

De nacht ging fantastisch. Dit keer ook maar weer 3 keer wakker geweest. Ik word nog een langslaper. De nachtelijke opvliegers die wennen echter nooit. Badend in het zweet word ik dan wakker, een hitte die vanaf mijn middel naar boven trekt en uiteindelijk resulteert in het feit dat alle poriën op mijn hoofd zweetdruppels lanceren. Mijn nachtmutsje is dan zelfs helemaal nat. Ik wissel soms wel drie keer van shirt. Ik hoop dat dat gaat verbeteren of in ieder geval gaat verminderen. Mijn lichaam zal toch een keer wennen aan de veranderde hormoonhuishouding die deze geforceerde overgang teweeg brengt. Ik vraag me af hoe de meeste dames midden in de overgang met deze nachtelijke zweetaanvallen omgaan? Ik heb het trouwens overdag ook, met name tijdens het avondeten of na het drinken van thee of een glaasje wijn. Na een paar slokken of happen voel ik het al omhoog stijgen. Mijn bril beslaat dan, mijn neus vertoont van die kleine zweetdruppels en mijn decolleté verandert in een heel charmant waterornament, zo een die je in vele tuinen ziet staan, met van die prachtige waterstraaltjes. De kinderen vinden het alweer een vanzelfsprekendheid en kijken er niet meer van op of om. Kinderen wennen snel aan bizarre en bijzondere situaties. Ook een zieke mama went en voor hen is het zelfs heel normaal, het is hun realiteit en zij buigen hier uitzonderlijk goed in mee. Gisteren nog op het strand. Ik lag in het zand en wil omhoog komen en hou voor de zekerheid mijn pruik vast met de woorden dat er best veel wind staat. Henry lacht en Puck kijkt me aan zegt met luide stem: ‘Je pruik zit nog goed mam, hij waait echt niet af hoor!’ Zo denk ik dan weer, dat is ook weer duidelijk voor de strandgenoten. En zo is het maar net, er is geen enkele reden om te doen alsof het er niet is, want het is er, ik heb een pruik en ik ben ziek, daar is geen ontkomen aan. Ik ben door mijn ziekte heel emotioneel geworden, laat ik het mooier zeggen, ik ben gevoeliger geworden. Een tegenvaller, een andere verwachting, een koerswijziging, een onverwacht compliment of een liefdevol gebaar en ik moet alle zeilen bijzetten om niet volledig uit het veld geslagen te zijn. Gisterenavond zou Henry het eten regelen. Hij ging alleen naar de supermarkt en we hadden even doorgenomen wat er nog nodig was. So far, so good. Hij komt vervolgens anderhalf uur later pas terug. Nou kan dat nog gezien drukte, maar hij heeft bizar ingekocht. Hij zou nog vlees kopen, omdat hij en Puck geen zalm lust en koopt dan van al het vlees in de supermarkt vlees met kaas erin. Kaas! Hij lust nog geeneens kaas. Als ik hem daarop wijs zegt hij dat hij dat niet heeft gezien, hij dacht dat het burgers waren. Er staat op de verpakking AVEC FROMAGE met grote letters en ieder stuk vlees heeft nog een aparte sticker met dezelfde tekst. Hoe blind kun je zijn? Ook de ranja zou in sinaasappelsmaak moeten zijn, de enige smaak die ik lust. Henry koopt CITROEN,  de smaak die ik absoluut niet lust. Verder zouden we aardappelpuree maken. Ik denk dan aan puree van aardappelen, maar nee hoor, Henry komt thuis met instant poeder om puree van te maken. Walgelijk! Het eten was dan ook geen succes, een drama avondmaaltijd. De kinderen lustten het vlees niet, evenals de smakeloze brei die door moest gaan voor aardappelpuree. Ik vergeet te melden dat we ook bonen hadden, uit blik wel te verstaan, want volgens Henry waren er geen verse groenten in de winkel. Hoe geloofwaardig is dat?  Gelukkig hadden Teun en ik zalm en sla, dus wij konden nog wel wat smikkelen. Het rare is dat Henry het zelf ook niet te eten vond, maar hij zal het zelf nooit toegeven en dat vind ik dan weer zo’n zwakte. Waarom gewoon niet eens een keer toegeven dat het een mislukking is? Of als je het even niet weet in de winkel, je telefoon pakken en het met elkaar overleggen? Dat laatste is ook zo’n ding. Overleggen is communiceren. Henry verspilt geen woorden als het niet nodig is, dus overleggen en bellen doe je niet, je gaat er vanuit dat je eigen keuze ten alle tijden de beste keuze is en daar kom je nooit of te nimmer op terug. Maar goed, deze karaktereigenschappen van hem zijn me niet vreemd, toch kan het me blijven verbazen en nu kan ik er eigenlijk helemaal niet mee omgaan. Ik ben dan enorm teleurgesteld, dat is het woord. Hij weet al 25 jaar dat ik eten belangrijk vind, hij niet, maar ik wel. Als je dat weet dan hou je daar toch een keer rekening mee en stap je over jezelf heen? Zie ik dat dan zo krom? Ben ik dan onmogelijk? Ik heb er gisteren niets van gezegd, want dat is mijn leerproces, ik heb alleen dat gegeten wat ik lekker vond en gelukkig was dat voldoende voorhanden. Toch zit het me een dag later nog dwars. Vandaag heb ik dan ook al een lijst gemaakt met boodschappen om een volgend drama voor te zijn. Mijn begripvolle ik snapt het ook nog, want zo zit ik in elkaar. In het verleden waren we op vakantie ook totaal niet mee bezig met boodschappen of boodschappenbeleid voor het eten. We gingen gewoon een restaurant in en daar gingen we zitten en namen we dat wat ons aanstond van de  kaart. Ik ben nu echter de spelbreker in dit vakantiepatroon. Ik kan niet meer een hele dag non stop bezig zijn in een onregelmatig patroon en dan ’s avonds neerstrijken in een willekeurig restaurant. Mijn smaak is veranderd, waardoor ik niet meer alles lust, vervolgens zijn de meeste restaurant randgeluiden zo overheersend voor me, dat kunnen mijn hersenen niet verwerken. Heb ik al mijn handen vol aan de drukte en het geluid, dan moet ik me ook nog samen met Henry bezighouden met het gedrag van onze drie bengels en hun vragen en dan moet ik ook nog proberen te eten. Het zweet breekt me al uit als ik er aan denk. Dus deze vakantie is anders. We volgen een beetje hetzelfde patroon als thuis, alleen staat het huis nu in de Haan in plaats van in Helmond. Ik zie er de voordelen van in. Ook hier gaat de kleinheid van mijn wereld door, alleen staat alles hier in het teken van ons gezin. Geen anderen om ons heen, dus we doen alles echt samen en zijn nu pas voor het eerst in ons hele ziekteproces samen sterk. Los van de verschillen tussen Henry en mij, we moeten het hier samen zien te redden. Er zijn geen hulptroepen die bijvoorbeeld voor een verse aardappelpuree kunnen zorgen om dat maar weer even als voorbeeld aan te halen. En een feit is dat ook na een mislukte avondmaaltijd, we gewoon weer samen sterk zijn. Er is geen man overboord, het gaat gewoon weer door. Een dag later bemoei ik me dan gewoon weer met het inkoopbeleid en samen komen we er dan gewoon weer uit. We kunnen dus onze vakanties in het verleden gaan verheerlijken, maar een feit is dat ‘ons samen sterk–zijn’, ons veel meer oplevert dan de onbezorgde ervaringen in het verleden. Deze vakantie geeft ons garanties, het legt namelijk een basis voor onze toekomst! Samen sterk, we zullen nog heel wat stormen moeten doorstaan met elkaar.  

In de ochtend gaan we met zijn allen naar de Delhaize. We doen onder mijn toeziend oog inkopen en dat stemt me gelukkig. Eenmaal thuis ploffen we in de tuin neer, het weer is heerlijk. We loungen zoals dat heet en eten buiten ons brood. Vandaag mag het zo blijven. Ik trek me even terug naar binnen en wil wat lezen in alle rust, zonder kindergeluiden. Ik heb Bernadette aan de lijn en zij brengt me helaas niet het nieuws waar ik zo op gehoopt heb. We hebben het over onze vakantie en ik vertel haar dat ik me nu pas voor het eerst besef dat ik goed ziek ben. Ik loop hier tegen al mijn beperkingen aan. Gewoon een dag draaien zonder extra’s dat lukt nog net en soms zelfs niet. En dan merk je dat je hier niet de hulptroepen heb die heel veel voor ons doen. Zowel ik merk het als Henry. Ook hij is vaak ’s avonds doodop. Want ga maar eens gewoon een dag draaien en drie kinderen op sleeptouw nemen. Heel leuk, maar ook lichamelijk vermoeiend en daar hoef je nog geeneens ziek voor te zijn om daar moe van te worden. Toch ben ik blij hier te zijn met elkaar, het brengt ons dichter bij elkaar en het doet ons allemaal eens en te meer beseffen dat we kanker met elkaar hebben. Ik mag me van Henry dan ook niet de spelbreker noemen, wat ik af en toe doe. Wat niet kan kan niet en dan passen we de plannen aan. We hebben geen haast, dus we doen alles op zijn tijd. De kinderen gaan hier ook prima in mee. Ik zeg Bernadette gedag en we bellen wel weer. Ik hang op en moet toch ook even het nieuws tot me laten komen en Henry omarmt me. Ik drink een kopje koffie en we gaan er met zijn allen op uit. We gaan op zo’n familiefiets met elkaar. Té hilarisch, ook hiervan had ik niet durven denken dat wij dat ooit zouden doen en nu is het dan zover. De kinderen zijn in alle staten en vinden het geweldig. We nemen een 5-persoonsfiets. Henry en ik fietsen en Puck zit tussen ons in. Guus en Teun zitten voorop. Zij  hebben een stuur voor zich en wij zeggen dat ze goed mee moeten sturen, want zij zijn de stuurbekrachtiging. Ze sturen als gekken met hun kinderlijke enthousiasme. Wij genieten ook. We wisselen af en toe van positie en dan gaat Puck samen met Henry fietsen en ik in het midden. Geweldig. Het valt nog best tegen zo’n fiets. We fietsen zo’n 45 minuten. Een mooie workout en goed voor de conditie en veel lol. Van de fiets naar de speeltuin met het idee dat Henry en ik op het naastgelegen terras kunnen neerploffen. Echter wij zijn niet de enige met dit idee. Dus de kinderen spelen en wij zitten op een bankje. Daarna gaan we naar de tapasbar. Jippie. We bestellen er de huisgemaakte olijven, badend in de knoflook en de kinderen vinden het smullen. Henry zegt dat ze vast geen verkering willen en wij lachen, zij begrijpen er niets van. Als we het uitleggen zegt Guus, maar knoflook ruikt toch lekker. En zo is het, knoflook ruikt lekker en is lekker. Als we naar ons huis lopen stoppen we om emmertjes te kopen voor de zeesterren. Ze kiezen de meest mooie uit, een met smurfen en twee waar je echte torens mee kunt maken. Als het weer zo blijft belooft Henry na het eten nog even naar het strand met ze te lopen. De leukste vakantie ooit, roept Puck maar weer eens. En dat is het, de mooiste vakantie ooit. Op het menu staat Pizza en spaghetti bolognese, mijn eigen gemaakte saus wel te verstaan, want dit keer geen kant en klare instant. Als we thuis zijn laat ik de saus al lekker pruttelen, zodat de smaken goed tot hun recht komen. De pizza is voor Puck en Guus, zij willen graag pizza margaritha, dus eenvoudig met tomaat en kaas. Onze kleine wereld is goed, zelfs bijna volmaakt. Geen ontevredenheid, geen ruzie, gewoon gezellig, ontspannen met een hoop gelach. Het leven is zo slecht nog niet, als je maar meegaat met het tempo dat van belang is, nu is dat tempo rustig aan en wat vandaag niet lukt dat doen we morgen wel.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten