zondag 6 mei 2012

We zijn weer thuis

We zijn weer thuis en ik ben zo blij als een engel weer thuis te zijn. De vakantie was achteraf bezien een goede zet voor ons gezin, maar mijn beperkingen maakten het met name voor mij niet altijd even makkelijk. Gisterenavond heeft mijn mannetje me heerlijk verwend. Hij is om 8 uur bij Mojo speciaal voor mij Sashimi en Sushi gaan halen. Ik heb er echt van genoten, de spicy chicken maki, de california maki, de tamago nigiri, de sake nigiri en een mix van Sashimi met zalm, tonijn, inktvis, makreel en Cocquilles. Ik was heel blij en het het lekker op zitten smikkelen met een glaasje rosé erbij. Ik had zelf onze kanjers op bed gelegd en die lagen met een smile in bed. Ze hebben genoten van de vakantie, van de kleine dingen en als klap op de vuurpijl voor Teun kwam vriend Nick gisteren ook terug van vakantie. Teun was echt heel blij hem weer te zien en de mannen wisselden hun vakantieverhalen uit. Teun liet samen met Puck en Guus de schelpen zien en Nick heeft hen trots zijn mineraalstenen laten zien. We slapen allemaal weer zalig in onze eigen bedjes. Ik slaap tot 9 uur, zij het met onderbrekingen, maar heerlijk. Mijn grieperig gevoel is er nog steeds, maar met paracetamol zijn de klachten zo goed als verdwenen. Ik vind het heerlijk om weer thuis te zijn en me weer verbonden te voelen met de buitenwereld middels internet. Ik ben gespannen voor morgen. Wat zal er gebeuren met de kuur, nu ik niet topfit ben? Wat zal de uitslag van mijn bloedwaarden zijn? Ik maak me er zorgen over, ik kan doen alsof het niet zo is, maar dan houd ik mezelf voor de gek. Morgen om kwart voor negen moet ik in het ziekenhuis zijn en we beginnen dan bij route 66, bloedprikken met voorrang. Daarna moeten we om 9.10 uur naar Annemarie en daarna staan we op het programma bij de oncoloog Warmerdam. Morgen zullen we zien, ik heb in ieder geval mijn lijstje met vragen voor Annemarie klaar. Ik kijk niet uit naar komende weken, maar ik heb geen keuze, het moet. Schouders eronder en gaan! We zullen ons weer ellendig gaan voelen, maar ook dat gaat gewoon weer over, nog maar 9 weken! Als ik het zo opschrijf, dan lijkt het een fluitje van een cent en laat ik daar dan maar aan vasthouden.

We blijven lekker lang in onze pyjama rondlopen, een echte lazy sunday. Ik ga lekker uitgebreid in bad en ga zelfs nog lekker even op bed liggen. De kinderen zijn aangekleed en we eten een boterhammetje en Wessel komt even binnen. Wessel is ineens aan het wisselen geslagen, een prachtig fietsenrek is het resultaat en hij vertelt trots over dat er bloed aan zijn vinger zat van zijn tanden. En hij vertelt dat hond Hunter ook volop aan het wisselen is. Hij is ook al 6 Wessel en heeft volgende week zaterdag zijn partijtje. Hij wil Ninjago strijders. Ze spelen gezellig met elkaar met de Ninjago strijders, waar Teun er inmiddels een hele boel van heeft. We gaan naar oma Helmond op bezoek en we besluiten op de fiets te gaan. Wel doen we heel rustig aan, maar ik heb er enorm veel zin in om een stukje te fietsen. Yvonne en Peter zouden ook naar mama gaan, dus kunnen we gezellig bijkletsen. Onze Guus profileert zich als terror Guus, hij schijnt met Wessel in de straat belletje te trekken en vervolgens met stenen tegen de raam te gooien. Tenminste dat is wat Teun thuis komt vertellen. Snel laten weten dat dat niet de bedoeling is en Guus lijkt de onschuld zelve als we hem aankijken, maar ondertussen. Zijn volgende actie is vol drift de mineraalsteen die Teun van Nick heeft gekregen in 2 stukken te gooien. Met al zijn kracht gooit hij de steen tegen de schuur. Henry staat binnen te lachen en ik snap niet dat hij daarom gaat lachen. Ik ga snel naar buiten en laat hem weten dat dit absoluut niet mag. Wederom die onschuldige blik met de woorden: 'ik wist dat niet'. Het is gewoon een echte, zij het kleine kerel. Een potentiele hooligan denk ik dan maar. De fietstocht gaat supergoed en het is heel gezellig bij oma, zowel Yvonne en Peter als Bernadette, Dries en Fiene zijn er. Na een gezellige middag fietsen we ook weer terug en dat gaat ook heel voorspoedig. Heerlijk fris is het op de fiets en dat geeft een lekker buitengevoel. Als we thuis zijn gaat Puck meteen buiten spelen met Florine. Teun heeft Nick alweer gewoon, evenals Wessel en Merlijn. Ze komen binnen maar weten eigenlijk niet zo goed wat ze kunnen doen en vragen aan elkaar wat ze kunnen doen. Na lang beraad weten ze het; ze gaan met elkaar op de trampoline. Ze rennen dolenthousiast weer naar buiten. Henry gaat het eten verzorgen en drie keer raden wat de pot vandaag schaft? Chinees, afhaalchinees wel te verstaan. Het argument is dat er nu om 18 uur geen tijd meer is om mijn gewenste maaltijd te bereiden. Hij had hier natuurlijk al de hele dag zijn zinnen op gezet. Ik zeg niets en zwijg, ik heb geen zin in discussie. Hij voegt er aan toe dat dan morgen de zalm op het menu zal staan. Lekker makkelijk denk ik dan, hij gaat werken, dus hij doet voorkomen alsof hij een gunst bewijst, maar drukt eigenlijk gewoon zijn snor. Morgen zal ik de inkopen doen voor deze week en zal ik voor de maaltijd zorgen.

Het eten is een grote deceptie. Puck en Teun zijn enorm teleurgesteld als ze thuis komen, want ze hadden op zalm gehoopt en er staat Chinees. Puck steekt haar mening niet onder stoelen of banken en Henry zegt dat hij van mening is dat ze ondankbaar is. De sfeer wordt er niet beter op. Het geheel wordt gered doordat Henry dan maar toegeeft aan de wens van boterhammen met pasta voor Teun en Guus en dat terwijl Guus gewoon bami en fu yong hai heeft gegeten. Het is net de perfecte oplossing maar de vrede is wedergekeerd. We gaan daarna lekker in bad en ze mogen nog allemaal even een computerspelletje doen. Dan gaat Henry naar de supermarkt en breng ik ze naar bed. Ze slapen direct. Als Henry thuiskomt komen we er samen op terug. Ik krijg het verwijt dat ik een dubieuze rol heb in het verhaal en dat terwijl ik me tijdens het eten juist heb gedistantieerd van de conversatie tussen Henry en de kinderen. Ik geef toe dat ik in mijn frustratie dingen roep waar ik later spijt van heb en dat krentekakker daar een goed voorbeeld van is. Ik leg ook uit waar dat door komt en zeg dat ik het heel goed begrijp dat hij het af en toe zat is, maar dat hij dat dan duidelijk moet leren benoemen. Geen inkopen willen doen is prima, want het is niet dat hij het MOET. Er is ding van belang, leg het gewoon even uit, een korte verklaring aan mij, maar vooral ook aan de kinderen. Dat is verwachtingen managen en dat weten we van elkaar wat we kunnen verwachten en waar we aan toe zijn. Nu was de verwachting dat er zalm zou zijn en het was er niet. Teleurstelling is het gevolg en dat is niet door mij ingegeven. Op het bericht dat Henry chinees ging halen heb ik louter gezegd dat ik daar geen zin in heb, dat ik daar niet op had gehoopt, maar als hij dat graag wil, dat ik het verder prima vind. Henry blijft terugkomen op mijn dubieuze rol en dat ik situaties via de kinderen aanpak. Ik ben tot op het bot beledigd en kom terug op het gesprek dat we samen hadden met Annemarie. Ook daar gaf hij een opmerking in die trant. Ik leg hem uit dat mijn frustratie over zijn niet praten of ontkennen van de ernst van onze situatie mij soms tot wanhoop drijft en dat ik dan van mijn hart geen moordkuil maak. Ik doe uitspraken waar ik zeker niet trots op ben en ik houd er dan geen rekening mee wie er bij me staat. Als de kinderen bij me staan dan vangen zij ook die uitspraken op. En zeker is dat niet iets om trots op te zijn en dat ben ik ook niet! Het is niet voor niets dat ik hulp heb gezocht, omdat ik niet weet hoe ik hier beter mee om kan leren gaan. Ik zie mijn fouten, ik geef ze volmondig toe en ik ben bereid hier keihard aan te werken. Ik voeg er aan toe dat ik dat bij hem vooralsnog niet kan ontdekken dat hij werkt aan zijn eigenaardigheden. Ik zeg bewust geen fouten, want fouten vind ik een te groot woord. Voor mezelf durf ik dat wel, maar bij Henry noem ik het eigenaardigheden en iedereen heeft eigenaardigheden, dus hij ook. Alles zelf willen doen en voor niets of niemand buigen is niet hoe wij met onze situatie om moeten gaan. Dat ieder het op zijn eigen wijze wil doen is prima, maar open je hart en je huis wel voor de aangeboden hulp en maak daarin zelf je keuzes over wat wel en wat niet. Hij gaat dit niet volhouden om alles in zijn eentje te blijven aanvliegen. Ook de kinderen zullen zijn gedrag niet altijd begrijpen, omdat het soms ook simpelweg niet te begrijpen is. Dat zal zeker voor een deel aan mij liggen, want ik steek mijn mening niet onder stoelen of banken. Beledigd voel ik me echter wel. Ik heb er een levenstaak van gemaakt om de kinderen dankbaarheid te leren tonen, evenals vreugde, liefde, verdriet en enthousiasme. En nu doet Henry mij voorkomen dat ik de persoon ben die mijn kinderen leert niet dankbaar naar hem toe te zijn of dat ik mijn kinderen leer om tussen mij en Henry in te gaan staan. Het gaat mij te kort door de bocht en dat is wel een heel makkelijke wijze om je eigen rotgevoel snel recht te zetten en de aap om mijn schouder te zetten. Leg het bij mij neer en dan is het bij jezelf weg. Als ik de aap al enigzins op mijn schouder voel landen, dan wil ik er al weer aan werken. Maar ik hoef er niet altijd aan te werken dat hoor je samen te doen. Ik zeg hem heel vaak dat ik hem respecteer en het zo waardeer dat hij zo zijn best doet. Dat ik het enorm waardeer dat hij leuke dingen met de kinderen doet, juist ook op vakantie. Dat ik soms er ook heel verdrietig om ben als ik geen onderdeel kan uitmaken van het geheel. Maar je best doen is in onze situatie soms niet goed genoeg als je onvoldoende met elkaar overlegd. De wederzijdse verwachtingen lopen dan niet gelijk op en dat is vragen om ellende. Daarbij heb je naast de wederzijdse verwachtingen ook het onderwerp 'wij samen' nog, los van onze kinderen. En daar kun je kop voor in het zand steken, of dat kun je wegstoppen, want ooit komt het wel weer goed, maar dat is vluchtgedrag. Kanker heb ik niet aleen, dat hebben we samen en we zullen er dan ook samen mee om moeten leren gaan, ieder op onze eigen wijze en met elkaar. Doen alsof het er niet is, is gewoon geen oplossing, ook niet op de goede dagen. Op vakantie openbaarde juist dit probleem zich ook iedere keer weer. Zodra het goed met mij ging en ik gewoon mee kon doen met simpele dingen was er niets aan de hand en leek ons leven zoals het was voor mijn ziekte. Zodra ik omwille van de  koorts op bed kwam te liggen ging het mis. Waarom? Omdat ik niet een dag genegeerd wil worden onder het mom van 'dan ontzie ik je'. Ik ben een mens die gewoon ook af en toe een aai over haar bolletje wil of wil praten om te weten wat er in zijn bolletje omgaat, zodat ik kan vertellen wat er in mijn bolletje zit. Ik hoop dat Henry over zijn trots kan heenstappen en zich realiseert dat onze kanker te groot en te serieus is en dat hij geleidelijk aan zijn weg zal zien te vinden om zijn gevoel, de situatie en zichzelf meer in evenwicht te krijgen, zo nodig met hulp, zonder de vinger naar een ander te wijzen, want dat is gewoon te makkelijk en doet onrecht aan de ander.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten