zaterdag 5 mei 2012

woensdag 2 mei 2012

Deze nacht heeft een naam gekregen en heet ‘Sleepless in Chante le Coq’. Ik ging pas om 12 uur naar bed, maar zat vol adrenaline, waardoor mijn lichaam niet in staat was om melatonine aan te maken. Klaarwakker was ik. Toch ben ik blijven liggen, op mijn rug en heb heerlijk een reis gemaakt door mijn gedachten. In mijn gedachten ging ik terug in de tijd en dat leidde tot hele fijne gedachten. Slapeloosheid ook toen, maar met een heel mooi resultaat als gevolg. De eerste gebroken nacht was die van tijdens de geboorte van Puck. Puck die, ondanks de gebroken vliezen, nog 2 dagen lekker bij me bleef. Ik had geen weeënactiviteit dus ik kon nog lekker 2 dagen doen waar ik zin in had. Na 2 dagen moest ik helaas naar het ziekenhuis vanwege het infectiegevaar. Onze Puck had wel door dat ik dat niet zag zitten, dus in de nacht voor mijn opname begon ze naarstig om zich heen te slaan met natuurlijke weeënactiviteit tot gevolg. Prachtige weeëngolven waar ik helemaal in mee ging, van een kramp tot een heftige pijnsensatie die weer wegtrok om vervolgens weer in de herhaling te gaan. We vertrokken op advies van de verloskundige eerder dan de afgesproken tijd naar het Flevoziekenhuis in Almere en tijdens het opvangen van een wee, zocht ik steun bij een geparkeerde auto voor de ingang van het ziekenhuis. Dat beeld zal ik nooit meer vergeten. Een grote neger zat achter het stuur en ik zag tussen hef puffen door een hoofd met lang haar driftig heen en weer bewegen ter hoogte van zijn kruis. Een pijpbeurt voor het Flevoziekenhuis! Lachend, puffend en kreunend bracht ik Henry op de hoogte en gierend van pret gingen wij het ziekenhuis in. Dit beloofde de meest memorabele bevalling ooit te worden. Binnen vier uur na binnenkomst was Puck er, een echt zondagskind. De familie die uit het Zuiden en Oosten moest komen wist van de opname, dus iedereen was er toen ik trots in mijn bed op de kamer lag. Puck was het mooiste, heb beste en het liefste dat ons is gebeurd. Onze Puck 2800 gram en 49 cm. Een echt meisje en zo tevreden, dat ik me niet kan herinneren ooit een huil van haar gehoord te hebben de eerste weken. Het leven was te mooi om waar te zijn en ons geluk kon niet op. Voor ons geen slapeloze nachten, want daar hield Puck niet van. Gewoon een beetje smakken als je honger had en daarna weer urenlang slapen, kirren en tevreden zijn. Met recht een roze wolk. We vormden een prachtig gezin en door haar makkelijke karakter veranderde niet veel in ons leven, we leefden wat regelmatiger, we leefden naar het eetritme van onze Puck. En Puck vond alles best, sliep overal waar we haar neerlegden en vaak stond ze in een restaurant midden op tafel of op een stoel en sliep dan heerlijk tijdens onze maaltijd. Het duurde dan ook niet lang of ik was zwanger van Teun, Puck was toen net 6 maanden. Deze zwangerschap verliep wat stroever door bekkeninstabiliteit, maar met de juiste therapie ging dat heel goed. De bevalling van Teun zette thuis in alle heftigheid in, maar tijdens de volledige ontsluiting, moest ik vanwege een complicatie naar het ziekenhuis. Van de eerste wee, inclusief ziekenhuisrit en de verloskamer duurde deze bevalling zo’n 2,5 uur. Teun is met 1 perswee gelanceerd in het ziekenhuis, de arts werd er zelfs door verrast. Teun was een hele mooie baby, een mooie tevreden baby. Teun was ruim 6 pond en 51 cm. Hij was puntgaaf en ik was meteen verliefd op dit manneke. Ook hij huilde niet en dronk tevreden, sliep overal en hield ons niet uit onze slaap. Ons geluk was compleet, een meisje en een jongen en de liefste en makkelijkste kinderen ooit. Ik wilde nooit kinderen, maar gezien onze ervaring tot dusver, wilde ik er zeker nog wel 2 bij! Ook op de kinderdagverblijven deden ze het voorbeeldig. Heel af en toe waren ze verkouden of ziek, maar ook dat was allemaal goed in te passen, want organiseren dat lukte ons als geen ander. Toen Teun 9 maanden was, was ik alweer zwanger van onze Guus. Een zwangerschap die heel voorspoedig verliep. Guus is geboren op exact de uitgerekende datum en Guus is vanwege de snelheid thuis geboren in een uurtje tijd. Guus liet van zich horen en hoe. Guus was 6 pond en 54 cm, een lange dunne baby. Zijn benen waren net luciferhoutjes. Het was een echt kereltje, zo’n manneke waar toen al de ondeugd van afstraalde. Overdag was hij net als zijn broertje en zusje de lieve rust zelve, dronk en sliep en was tevreden, een ideale baby. Echter zodra de klok voorbij 20 uur in de avond was, dan liet meneer van zich horen. Niets hielp dan, hij bleef huilen. Van alles probeerden we, lopen, wiegen, zingen, met de wandelwagen rondlopen, in de auto ritjes maken, alles om de rust te laten wederkeren en gewoon te kunnen slapen. Na weken hakte die slapeloosheid erin en liepen Henry en ik als zombies door huis. We vergaten gemaakte afspraken en we wisten op dat moment wat er bedoeld werd met tropenjaren. Puck en Teun zaten ook nog in de luiers, dus een babydrukte van jewelste op het Krachtveld in Almere. Wel werd je erg handig in Multi-tasking. Ik ontving visite met een kind aan de borst terwijl ik Teun een fruithapje gaf en Puck een fruitsapje. Guus was als baby al een echte kerel, in potentie een echte testosteron man. Guus, fysiek sterk, een eigen wil en laat zich door niets en niemand de wet voorschrijven, maar die af en toe zo graag in je wegkruipt en geknuffeld wil worden. Guus heeft het 2 jaar volgehouden om geen nacht door te slapen. Na Guus vonden wij ons gezin dan ook meer dan compleet. Die wens van 4 heb ik na Guus snel laten varen, want slapeloos zijn hakt erin. Tijdelijke slapeloosheid is te overzien, maar structurele slapeloosheid levert problemen op in het dagelijks functioneren. Inmiddels is het 2.05 uur en ik ben nog wakker. Mijn slapeloosheid van nu is niet structureel te noemen. Het steekt af en toe de kop op, met name als ik over teveel adrenaline beschik. Geen reden tot zorg, me er niet te druk om maken, maar proberen in een staat van ontspanning te komen. Naast me hoor ik een zacht gesnurk en ik ben jaloers op het feit dat Henry zo’n makkelijke slaper is. Hij slaapt en hoort dan echt niets meer, datzelfde zie je bij Puck en Guus. Teun daarentegen lijkt op mij, hij slaapt goed, maar is altijd rond de klok van 6 uur wakker en dan ook meteen klaarwakker, ontzettend spraakzaam en actief. Ik blijf liggen en probeer te ontspannen, de slaap zal toch op enig moment zijn intrede moeten doen. Om half drie slaap ik nog niet. Ik kan me onvoldoende ontspannen, omdat constant de kramp in mijn voeten en tenen schiet. Ik ga op mijn rug liggen en ik staar naar het plafond. Ik hoor het tikken van de regen tegen de raam en luister of ik er een ritme in kan ontdekken. En dan denk ik aan Rob de Nijs en zijn lied ‘ritme van de regen’. Ik denk aan zijn concert in het HMH waar ik met Barbara, Annette en Sander was en ik voel de voorpret die we hadden bij la Place, genietend van ons flesje Rosé en van onze daghap. Vervolgens zie ik weer voor me hoe we meebrullen met de liedjes, die we allen woord na woord mee kunnen zingen. Ik denk aan het lied dat voor me geschreven is tijdens mijn afscheid van mijn geliefde werkgever Veronica en dat Malle Hanneke heet op de wijs van Malle Babbe. Ik glimlach en zak weg in mijn kussen, mijn hoofd wordt zwaar en met deze blije muziek in mijn gedachten slaap ik in om vervolgens om zeven uur weer helemaal fris en fruitig te zijn.

Ik lees een ibook op mijn ipad en dan komt Puck gezellig naast me liggen. Haar warme lijfje tegen me aan en ik voel me gelukkig en eigenlijk helemaal niet moe en dat had ik eerlijk gezegd wel verwacht. Henry gaat naar beneden en dekt de tafel en even later zitten we allemaal aan tafel. Guus en Teun maken plannen om deze avond bij elkaar te slapen. Ze zijn beiden heel enthousiast en keuvelen gezellig. Puck voelt zich een beetje gepasseerd en ik zie het. Ik vraag haar een briefje te  halen zodat ik wat voor haar kan opschrijven. Puck is de enige die kan lezen, dus ik kan haar op deze wijze wat laten weten zonder dat meteen haar broertjes ook op de hoogte zijn. Ik schrijf op het papier: Guus  slaapt vanavond met Teun en jij mag langer opblijven van mij, dat is ons geheim, dus niets zeggen. Ze leest het en straalt van oor tot oor en geeft mij en Henry een vette knipoog. Teun vraagt wat er staat en ik zeg, “nou dat jij en Guus bij elkaar logeren en Puck in het bed van Guus gaat liggen”. Iedereen blij. Op TV is een musical van Sneeuwwitje en Puck is niet van de beeldbuis weg te krijgen. Ademloos kijkt ze en ze geniet van wat ze ziet. Guus en Teun gamen en kijken af en toe bij elkaar hoe goed het gaat. Henry ligt in een luie stoel en ik zit achter mijn laptop. We hebben allemaal rust en voelen ons door niets of niemand opgejaagd. Deze vakantie bevalt me opperbest, dit had ik van tevoren niet durven dromen. Vandaag is het weer niet meer zoals gisteren en eergisteren. Het is buiten grijs en het ziet er naar uit dat er veel regen zal gaan vallen. We zullen straks een plan maken met elkaar en dat doen we in onderling goed overleg. Samen weten wij er wel weer een leuke dag van te maken. Ons gezin, ons machtig mooie gezin!

Ik ga samen met Puck in bad, meiden baddertijd zeggen we. En we wassen, we soppen en we kwebbelen. Puck vraagt me of je meer dan 1 keer kanker kunt krijgen. Ik antwoord haar in alle eerlijkheid dat dat mogelijk is. ‘Krijg jij denk je ook meer dan 1 keer kanker?’ Vraagt ze. Ik zeg haar dat ik dat niet hoop, maar dat je dat nooit zeker weet. Puck is ook van mening dat 1 keer kanker krijgen meer dan genoeg is. Ze vraagt me of volgende week mijn 4de chemoweek is en ik zeg haar dat dat klopt. ‘Word je dan weer ziek mama en word je steeds zieker?’. Ik bevestig haar dat ik steeds zieker word, maar dat na 6 keer chemo, de chemo gelukkig zal stoppen. Puck zegt dat ze verdrietig zal zijn als het zondag is. Ik vraag haar waarom en dan zegt ze dat ze verdrietig zal zijn omdat de vakantie dan over is. Ze vertelt me dat ze het hier erg leuk vindt en dat ik hier veel meer kan dan thuis. En dat terwijl ik mezelf vaak de spelbreker van het geheel vind. Een mooier compliment dan dit kan ik niet krijgen. Ik kus haar en ik voel mijn tranen prikken. Een kinderhand is gauw gevuld en dat bevestigt maar weer dat kinderen veel flexibeler zijn dan wij volwassenen. Ik krijg van mijn meisje ontzettend veel doorzettingsvermogen en mocht ik deze week het helemaal gehad hebben met de TAC kuur, nu voel ik dat ik die 3 keer ook nog wel kan doorstaan. Dat gaat goedkomen, want ook dat gaat weer voorbij.

We gaan na het middageten naar de supermarkt, hoe saai ook, een van onze vaste dagelijkse uitjes. Henry heeft weer eens een van zijn zwijgzame dagen en dat irriteert me mateloos. Met zijn handen in zijn zakken loopt hij in een soort niemandsland, waar hij alleen onderdeel van uitmaakt. Ook in de supermarkt loopt hij en kijkt niet naar ons op of om,  met name niet naar mij. Ik voel dat mijn irritatie plaats gaat maken voor woede. Wat mankeert die man nou toch? Waarom zegt hij niks en als hij wat zegt doet hij net of hij niet tot 10 kan tellen. Dan krijg je vragen naar de bekende weg, waar ik echt totaal allergisch voor ben. Hij vraagt “welk brood moet ik nemen?” ik ken hem bijna 25 jaar en al 25 jaar eten we bruin brood en nu gaat hij vragen welk brood hij moet nemen! Ik snauw terug “is de taak te moeilijk voor je, kun je het niet aan, bepaal het maar eens lekker zelf, big boy”. Als ik hem vraag wat hij vanavond wil eten antwoord hij onverschillig dat hem dat niets uitmaakt. Dus ik ben inmiddels in de fase beland dat ik ga forceren en ik zeg, ‘nou dan eten we een wokgerecht met garnalen”. “Nee dat lust ik niet”, zegt hij dan. “Geef dan verdomme eens een zinvol antwoord, dit is niet de eerste keer dat ik je dit vraag, je hebt vanaf thuis al kunnen nadenken, hoe moeilijk is dit weer?” schreeuw ik door de winkel. Mijn gedrag zorgt voor nog meer verwijdering. Hij heeft er een hekel aan als ik een scène maak. Dan besluit ik het over een andere boeg te gooien. Ik ga hem kinderlijke opdrachten geven en vraag of hij champignons en vuilniszakken wil pakken. De champignons dat lukt nog net en voor de vuilniszakken heeft meneer besloten wat groentezakjes extra mee te nemen, want dat scheelt een aankoop van vuilniszakken. Mijn verbazing is enorm, en ik begin nu zelfs te schelden en zeg “wat bij jij een vreselijke krentenkakker, dit noem ik verkeerde zuinigheid, draak”. Puck vraagt “wat is een krentenkakker mama?” Ik antwoord haar, “dat is je vader, meisje”. Ik voeg er aan toe “één wijze les dame, zorg dat je later nooit met een krentenkakker trouwt”. “wat een goede wijze les mama” zegt Puck, nog steeds niet wetend wat ik met krentenkakker bedoel en wat het woord überhaupt betekent. De twee jongens liggen in een deuk en scanderen het woord krrrrrrrrentenkakkerrrrrrrr met hun rollende rrrrr door de supermarkt heen. Wat een drama is dit. Ik weet dat ik me niet moet storen aan zijn gedrag, hij is nou eenmaal anders dan ik, maar ik probeer toch ook elke dag er wat van te maken? Ik voel me vaak niet in de stemming, maar toch doe ik mijn best, waarom kan hij dat ook niet doen? En als hij er niets voor voelt om vrolijk te doen, waarom benoemt hij het dan niet? Dat stilzwijgen daar kunnen we helemaal niks mee, tenminste ik niet. De dag begon zo mooi en hierdoor ben ik eigenlijk weer helemaal van slag. Henry gaat met de kinderen naar het strand en ik schrijf het maar weer van me af. Dan gaat mijn telefoon, een sms van Henry, IK MIS JE. Ik ben in alle staten. Ik zie de grijns nu op zijn gezicht, hij denkt dat dit grappig is. Ik sms terug. Ik sms dat hij een rare manier heeft om me dat te laten voelen, waarom zegt hij niets tegen me, waarom knuffelt hij me dan niet en waarom doet hij alsof ik lucht voor hem ben, ik bedank hem voor het feit dat hij me in ieder geval weer aan het janken heeft weten te krijgen. Ik druk op verstuur en heb al spijt dat ik dat verstuurd heb. Waarom had ik nou niet terug kunnen sms-en ik mis jou ook? Waarom vul ik het weer zelf voor hem in? Ik besluit er snel een sms achteraan te sturen. Ik sms, sorry ik zit er doorheen, ik mis jou ook, ik mis ons xxxx. Ergens hoop ik dat ik met mijn gedrag de dag niet heb weten te verpesten. Laat hem genieten met de kinderen op het strand, ik wilde niet mee, omdat ik het echt te waterkoud vond. Hij doet zo zijn best en ik ben gewoon af en toe een verschrikkelijke patiënt, een verschrikkelijke zieke. Ik, die zo naar doet omdat ik eigenlijk gewoon een knuffel wil en een warm lichaam om tegenaan te kruipen. Ik, die dan gewoon even ook niet vrolijk wil zijn, maar gewoon even getroost wil worden. Ik ben gewoon een mens, die graag geeft, maar heel graag ook eens terug ontvangt, gewoon van mijn eigen man, is dat teveel gevraagd? Het regent inmiddels buiten en ze zijn net op het strand, ze zullen verschrikkelijk nat worden en ik hoop dat we deze week koortsvrij kunnen houden. Ik ben inmiddels koortsvrij, laat ook de kinderen van koorts bespaard blijven en kom maar snel naar huis. En dan hoor ik ze het pad op komen, mijn hartslag gaat omhoog. Ik vraag me af wat mijn sms heeft bewerkstelligd. Drie enthousiaste kinderen met emmertjes vol schelpen komen nat en met rode wangen binnen rennen.”We hoeven niet stil te zijn, want mama zit achter de computer”, zegt Teun. Ik bewonder hun schelpen en ze stralen. Er waren wel 100 dode vissen op het strand en kwallen zonder stekeltjes eraan laat Teun weten. Puck heeft heel selectief gezocht en 2 heel bijzondere schelpen meegenomen. Ineens is ze verdrietig dat ze zo weinig heeft meegenomen. Ik zeg haar dat ze juist trots moet zijn vanwege de unieke schelpen die ze heeft. Eentje is zo mooi dat ze er ooit wel een hangertje van kan laten maken. Ze kijkt nog eens naar haar vangst en begint met zeep haar schelpen glimmend te wassen. En Henry? Die zegt niets, dus ik begin. Ik vraag hem waarom hij af en toe zo raar kan doen en zich zo stil in een niemandsland begeeft. Dat ik niet weet hoe ik tot hem door kan dringen en dat me dat mateloos irriteert. Het enige dat ik terugkrijg is dat ik mezelf eens moet zien en dan heeft hij zijn standaard woord voor me klaar: HYSTERISCH. Ik zeg hem dat hij daar gelijk in heeft, dat ik irritatie heb, enorme irritatie door zijn gedrag veroorzaakt en dat mijn reactie hysterisch op hem kan overkomen. Het enige dat ik vraag van hem of hij zich ook eens bewust kan zijn van zijn eigen gedrag en ook eens zijn best wil doen om een alternatief gedrag te bedenken. Dat zou in ieder geval mij ook eens helpen. Hij lacht het weg. Ik vraag of hij mijn sms heeft ontvangen. Hij zegt dat hij de eerste heeft weggedrukt en alleen de goeie heeft gelezen. Hij wil er niet over praten, hij is er al weer klaar mee. Henry houdt zichzelf nooit een spiegel voor, hij is zoals hij is en daar moet ik het mee doen. Hij buigt voor niets of niemand, iedereen die hem kent zal dat herkennen. Het valt niet mee om als vervelende patiënt zo’n partner te hebben, want ik zal altijd mijn behoefte om die knuffel moeten uitspreken, uit zichzelf zal hij er niet mee komen en als hij het doet, dan maakt hij er één grote grap van en dat is niet wat dit hoort te zijn. Dit is geen grap, dit is een serieuze aangelegenheid. Ik laat het erbij. De kinderen kijken een film op TV, ze krijgen wat drinken en een bakje chips en wij drinken stilzwijgend ons drinken op. Henry is moe en dat begrijp ik, het duurt niet lang of  hij snurkt oorverdovend in zijn luie stoel. Ik maak het eten klaar varkenshaas met een bospaddenstoel sausje, een gebakken aardappeltje en een salade. Als het klaar is, is ook Henry weer wakker,die zelf van mening is dat hij niet geslapen heeft, terwijl hij minimaal drie kwartier van de wereld is geweest. We drinken er een lekker wijntje bij en de kinderen hebben liever de spaghetti van de dag ervoor. Er wordt volop gepraat over ieder zijn eigenschappen en waar iedereen in uitblinkt. Teun schreeuwt dan lachend over tafel papa is een krentenkakker en ik weet dat ik dat heb veroorzaakt. Ik moet er eigenlijk enorm om lachen en ook Henry ziet er de humor van in. Het is niet goed te praten dat ik dit zo heb aangepakt, maar soms heb ik mezelf gewoon niet meer in de hand. Ze vragen me verhalen te vertellen over toen ze klein waren en ik vertel, soms zacht en soms hard en de kinderen hangen aan mijn lippen. Ik vertel over Puck in het Sint Jansdal in Harderwijk en hoe ziek ze was destijds. Puck weet dat niet meer en wil van alles weten. Ik vertel dat Guus heel hard kon huilen als baby voor het slapen gaan en midden in de nacht. Guus zegt dat hij het niet grappig vind en ik maak een vergelijk met nu. Ik zeg hem dat het ook niet grappig is, maar dat hij even tijd nodig heeft om rustig te worden. Als baby kon hij nog niet praten alleen huilen dus was dat wat hij deed. Nu kan hij praten en praat hij of speelt hij tot hij moe is en gaat hij slapen. Hij is blij met die uitleg. Ik betrek er meteen Teun bij en zeg dat hij juist heel snel rustig is en snel slaapt, alleen hij houdt weer niet van uitslapen en is daarom weer heel vroeg wakker. Zo heeft iedereen iets en dat maakt hen juist zo bijzonder en speciaal en vooral zichzelf en dat vind ik juist leuk. Ze kijken met een glimlach naar me en Guus wordt zelfs een beetje verlegen van de complimenten die ik hem geef. We gaan na het eten het jeugdjournaal kijken. En we zien dat Nederlandse kinderen de gelukkigste van Europa zijn. Onze kinderen zijn ook gelukkig, zeggen ze. Ze mogen lang wakker blijven op vakantie en zijn naar het strand geweest en hebben chips gegeten. Dat is inderdaad geluk J Henry ruimt de boel aan de kant en de sfeer van vanmiddag is gelukkig weer rechtgetrokken. Uitgesproken is het niet, maar zo werkt dat niet altijd tussen ons, daar zijn we te verschillend voor. Ik heb gemeld wat me dwars zat en Henry heeft dat al lang naast zich neergelegd. Zo gaat het tussen ons en daar neem ik genoegen mee. Mijn doel is niet dat te veranderen, integendeel Ik wil er nu ik ziek ben beter mee om leren gaan, meer niet en af en toe gewoon een lekkere spontane knuffel krijgen. Henry komt de kamer in, buigt zich naar me toe en geeft me een knuffel. Ik geniet en denk dat hij mijn gedachten heeft kunnen lezen J

Geen opmerkingen:

Een reactie posten