dinsdag 15 mei 2012

PIJN!

Gisterenavond stond in het teken van pijn en pijn is verre van fijn! De enige remedie tegen pijn is ontspannen en je gedachten focussen op wat anders, maar wat als de pijn zelfs je hoofd beheerst? Hoe doe je dat dan. Gelukkig viel de schade aan de auto mee en waren Henry en de kinderen gelijk thuis. Het eten verliep niet heel soepel, omdat ik niet kon zitten. Na het eten ben ik gaan waggelen en daarna op de bank geplofd. Ontspannen is dan een opgave op zich. Dus TV aan, ipad bekijken om vervolgens in een bad te kunnen gaan liggen, want warm water doet vaak wonderen. Extra pijnmedicatie genomen, zalfjes gesmeerd en hopen op verbetering. Echter deze verbetering blijft uit en het wordt naar mate de avond vordert alleen maar erger. Ik zeg inmiddels niets meer en ben zo druk met mezelf in de weer dat alles aan me voorbij gaat. Henry wil me helpen en inmiddels rollen de tranen over mijn wangen, ik lijd in stilte. Henry voelt op de pijnlijke plek in mijn onderrug en het straalt uit naar mijn rechterbeen. Daar waar hij een verdikking voelt, doet het de meeste pijn, toch voelt de tegendruk beter dan zonder tegendruk. En dan ineens zie ik sterren, mijn lichaam schakelt zichzelf uit, dat heb ik vaak als ik de pijn niet meer kan dragen. Ik kan me niet staande houden en Henry sleept me naar de bank, want ik ben inmiddels een aardig zware massa en ik huil. ik wil deze pijn niet meer roep ik, ik ben het zat, spuugzat. Ik voel me zo naar en ik vraag me af of ik dit zo de hele nacht kan hebben. Ik laad mezelf op, nog maar 1 nacht en dan kan ik naar de dokter en ik maak alweer een plan. Ik wil naar boven, nog een keer verdovingscreme smeren, slaappillen innemen, nog meer paracetemol en liggen. En dan begint de exercitie om boven te komen. Mijn rechterbeen weigert dienst, dus ik kruip, Henry trekt en uiteindelijk beland ik boven. Zweet, snot, vanalles stroomt uit me en ik voel me echt vies, naar, moe en vooral ellendig. Op de trap kan ik het niet nalaten om door mijn tranen te grappen. Morgen is de bruiloft van Benno en Anita en daar wilde ik naar toe. Ik beschrijf Henry hoe ik kruipend in mijn glitterjurk en hakken mijn entree zou maken, zweet op de kop en snot op de lippen en samen moeten we er toch ook om lachen. Hoe had ik kunnen denken dat ik daar wel even naar toe zou gaan? Ik lig inmiddels op bed en neem de pillen. Henry dekt me toe en ik vraag of hij de tv nog even aan wil zetten en mijn bril af wil doen als ik in slaap zou vallen. De TV staat op een zender die tijdens de reclame alleen maar 06-lijnen meldt, het irriteert me, maar de pillen vervagen het allemaal en ik drijf weg en val in slaap. Ik hoor Henry niet meer, lang leve de drugs. Ik slaap tot half 3 en dan ben ik wakker en moet ik plassen. De pijn in mijn onderrug zit er nog steeds, maar door de pillen ben ik zo duf als een konijn. Ik plas en daarna val ik direct weer in slaap. Ik slaap tot half 7 en dan moet ik naar de WC en ik heb pijn en daarna stap ik meteen in een warm bad om weer enigzins wat ontspanning te krijgen. Ik bel de huisarts en ik kan om 10 over 10 terecht. Eerder zou kunnen, maar dan krijg ik de co-assistente en dat wil ik niet. Ik ga de trap af en ondanks de pijn in mijn rug en been, lukt me dat en ik ben er zelfs trots op. De pijn is er nog steeds, maar na een nacht redelijke slaap kan ik het hebben. Ik wil niet weer de hele dag deze pijn hebben, want dan wordt de dag doorkomen een echte uitputtingsslag. Ik heb hoop op verbetering, deze dag gaat de oplossing bieden en de pijn zal in ieder geval beheersbaar gaan worden. Dus winst halen we uit deze dag, ik ben bereid alles te slikken als ik maar redelijk de dag door kom. 10 over 10 samen met mijn Henry gaan we, hij ziet wat ellende van me, die arme man. Ik zou hem dit zo graag besparen, geen harde schelle lach van mij of vrolijkheid, maar tranen en een verbeten gezicht van de pijn is wat hij ziet en ik kan het niet meer maskeren, het is er gewoon en ik heb pijn en ik kan het niet weglachen. Nou huisarts kom maar op met je wondermiddeltjes, ik wil vandaag graag wonderen. Ik kijk naar buiten en hoop dat vandaag rond de middag een enorme zon zal gaan schijnen, zodat Anita en Benno hun stralende dag nog meer kunnen laten stralen. Laat dat wondermiddeltje daar ook gewoon voor zorgen. Ik kijk niet meer achterom, maar vooruit zodat ik kan uitkijken naar de remedie, die vanzelf de zon zal laten schijnen, al is het maar in mijn hoofd.


We zijn snel aan de beurt bij de huisarts en er wordt direct gekeken. Helaas concludeert de huisarts dat er iets verder in de endeldarm zal zitten en dat kan zij niet bekijken, ik krijg een spoeddoorverwijzing naar de procotoloog, binnen drie dagen ben ik aan de beurt. Ik kijk hier niet echt naar uit, maar alles om de pijn weg te laten nemen. Verder vertel ik haar dat mijn been uitvalt af en toe en de uitstralingspijn naar mijn stuitje. Ze kijkt waar Henry de verdikking zag. Ze denkt dat ik zenuwpijn heb, de pijn die ik beschrijf is precies een zenuwbaan die loopt van stuit, rechterbil naar rechterbeen. De vraag is waarom die zenuw zo'n pijn doet. De arts weet niet of het een verband houdt met het ander. Het zou kunnen zijn dat de spieren zo gespannen zijn dat daardoor de zenuw bekneld. Maar om alles goed aan te pakken eerste de proctoloog en voor nu de pijn aanpakken. 3 soorten cremes krijg ik en diclofenac met een maagbeschermer voor de pijn. Als dat niet helpt moet ik weer direct terugkomen, want dit houd ik gewoon niet goed vol. We lopen weg en ik huil en zeg tegen Henry dat ik deze pijn echt niet aankan en dat ik hoop dat de medicatie snel bij de apotheek ligt. Als het niet lukt zeg ik ga ik een slaappil nemen, anders weet ik niet hoe ik de dag door moet komen. Henry zegt dat het inderdaad niet meevalt. We gaan naar huis en dan bel ik met het ziekenhuis. Ze hebben niet zo snel plek, dus de huisarts neemt het weer van me over en vanmiddag hoor ik dan weer waar en wanneer ik verwacht wordt. Ik heb Yvonne aan de lijn en zeg dat ik het zat ben en dan komt Bernadette met de boodschappen en ik zit in mijn eigen pijnkoker vandaag. Ik ben ook kotsmisselijk en boer weer als een ouwe heer, ik ga kijken waar ik vandaag kracht uit kan putten en ik weet dat ik iets zal vinden, want lukken zal het me! Luctor et emergo! Ik laat gewoon even de tranen vloeien en vertel iedereen die het wil horen hoeveel pijn ik heb, want dat heb ik gewoon en ik ga er nu geen doekjes om winden. Hulp is er Henry blijft thuis en ik trek met terug in mijn eigen wereldje nu, want hier kan niemand me bij helpen! In de middag blijf ik dan ook op bed liggen en de vermoeidheid zorgt ervoor dat ik slaap. De pijn blijft aanwezig, maar is beter te doen. Mijn voet tintelt alsof ze met spelden er in prikken, maar dat komt dus van de zenuwpijn. Ik slaap best lang en dan komt Henry thee brengen, ik blijf lekker op bed, ik voel me in mijn slaapkamer en de oase van rust het best op zijn plek. En ik blijf ook moe, dus het is heerlijk om te liggen en niets te doen. Ik kijk uit het zolderraam en daar zie ik Guus voetballen op het veld. Ik glim van trots, samen met Freek dribbelt hij met de bal en schiet in de goal. Zo behendig, het is de enige van onze kinderen die van nature die behendigheid heeft. Teun en Puck hebben juist een natuurlijke klunsachtigheid die is zo prachtig vind om te zien. Guus niet, hij is zo behendig en rent en vliegt alle kanten op. Naast deze stoere kant is Guus zo gevoelig. Hij knuffelt me te pas en te onpas en weet precies wanneer hij mij kan laten lachen. Hij is de grootste draak hier thuis, maar draak of niet, wat een lief kereltje is het toch. Puck komt thuis van Sanja en heeft weer spulletjes gekregen. Een prachtige magneetpuzzel en een my little pony. Puck ontpopt zich soms echt als de grote zus en dan immiteert ze mij. Soms is dat leuk, maar soms ook erg confronterend, want ik vertoon ook gedrag waar ik niet altijd mee geconfronteerd wil worden. Ze regelt wel dat iedereen aan tafel komt om te eten. Teun is onze goedzak en die omarmt elke dag en voor hem moet er op een dag altijd een game-moment zijn. Puck zegt dat hij verslaafd is, we moeten er op letten bij hem, temeer daar hij met dit mooie weer vaker sportief bezig mag zijn om wat handiger te worden :) Ik ben toch naar beneden geklauterd om er bij te kunnen zijn. Ik ben stil en dat valt eigenlijk iedereen op. Ik kijk naar iedereen en ze zijn zo blij, vrolijk en open. Ze vertellen honderduit en zeggen elkaar hoe leuk deze dag weer was. Ik vind dit zo mooi en prachtig om te horen en ik ben zo trots dat ze zo enthousiast in het leven staan, mijn lieve kinderen. En dan mijn Henry, wat kan ik tekeer tegen hem gaan, maar waar zou ik zonder hem zijn. Door pieken en dalen zegt hij me steeds en wat zitten we soms in een dal. Ik voel me af en toe zo naar, dat ik de situatie niet ten positieve kan keren, zeker nu het echt even tegen zit. Hij staat daar zo machteloos en ik zeg niet zo veel nu, want het is vaak alleen maar ellende wat ik kan vertellen. Samen staan we sterk en komen we er wel. Met onze fantastische kindertjes, de fijne hulp en elkaar. Ik zet 's avonds een lekker kopje koffie voor mijn Henry met een chocolaatje en zeg dat hij het wel verdiend heeft. Hij lacht naar me en we wisselen een blik uit dat we er wel komen samen. De rest van de avond kijken we een film waar we erg om moeten lachen en speel ik Wordfeud met Bernadette. Afleiding genoeg, dan de klim naar boven. Het is even doorbijten, maar samen is het ons weer gelukt, oefening baart kunst en wij samen sterk.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten