zaterdag 5 mei 2012

nu pas het echte besef

Ik vind het zo heerlijk om de dag van me af te schrijven en eigenlijk werkt dat nog echt therapeutisch voor me ook. Ik weet van mezelf dat ik geneigd ben om constant over mijn grenzen te gaan, vooral als er anderen bij zijn. Met anderen bedoel ik dan mensen anders dan mijn eigen gezin of familie. Dat is mijn valkuil, ik geef dan alle energie die in me zit en het voelt op het moment zelf heerlijk. Dat daarna de energie volledig uit me is gestroomd, dat is dan een feit. Eenmaal thuis geef ik er pas aan toe. Zoals ik zelf dan altijd zeg, pas thuis laat ik alles hangen, schouders, mond en gezicht. Eigenlijk is dat niet eerlijk naar mijn Henry en de kinderen toe. Ik weet niet waarom, maar ik heb de neiging om iedereen te laten zien dat ik het allemaal heel goed onder controle heb, ik wil me niet kwetsbaar laten zien en vooral niet zielig of verdrietig. Ik ben een zelfstandige vrouw, die het altijd van belang vond om naast die zelfstandigheid ook nog eens economisch onafhankelijk te zijn. Dus zelf werken en zelf voldoening krijgen uit dat werk, dat uiteraard, naast voldoening, ook het nodige oplevert. Dat is eigenlijk altijd mijn drijfveer geweest, zelfstandig in het leven kunnen staan en me nooit of te nimmer afhankelijk opstellen. Hier op vakantie heb ik bedacht dat ik na de vakantie alles eens heel anders ga doen, waarom? Ik besef me hier pas hoe ziek ik ben en dat ik, nu ik ziek ben, helaas niet altijd in mijn onafhankelijke rol kan blijven hangen. Ik moet me afhankelijker op durven te stellen. Ik ben nog heel content met alles dat ik nog doe en nog kan, maar ziek ben ik, dat is helaas de realiteit. Ik hou mezelf voor dat het na de chemo weer zal verbeteren, maar deze verbetering zal slechts van korte duur zijn, want er staat dan ook alweer een operatie – lees borstamputatie en volledige okselkliertoilet- op het programma die voor verdere genezing zorgt, maar tevens voor verminking van mijn lichaam. Ik weet niet wat dat met mij als vrouw gaat doen. Ik weet alleen dat kanker overleven betekent en dat je (heel) veel moet inleveren. Je moet een nieuwe kwaliteit van het leven leren zien en leren leven. Dat is nogal wat. En dat alles realiseer ik me pas tijdens deze vakantie. Ook bedenk ik me hoe naar dit allemaal is voor mijn man. Hij krijgt ook vanuit het niets deze ziekte op zijn bord en dat terwijl zijn grote wereld gewoon doordraait. Kan ik me nog terugtrekken in mijn kleine wereld en is iedereen begripvol naar mij toe, bij hem werkt dat anders. Hij probeert alle ballen de lucht in te houden, een heel andere vorm van overleven. Als hij thuiskomt, komt hij vanuit de grote echte wereld in onze kleine kwetsbare wereld terecht. Een wereld die draait om hulp, om kinderzorg en om ziek zijn, om de kanker. Een wereld waarin ik euforisch ben als ik alleen wat ondernomen heb of als ik zelf de boodschappen heb gedaan of een aardige wandeling heb ondernomen. Een wereld die zo anders is dan dat die was en die voor hem alleen maar in het teken van zorg, luisteren en ‘er voor me zijn’ staat. Maar waar staat hij dan en wat doet het allemaal met hem? Hoe kan hij zorgen dat hij deze ellende tot zich neemt, verwerkt en toch ook tijd en ruimte weet te maken voor de nodige ontspanning? Hoe verwerkt hij dit en geeft hij dit een plek? Henry schrijft niet therapeutisch, vindt mijn schrijven soms zelfs irritant. Voor hem hoeft niet iedereen alle ins en outs van ons gezin te horen. En terecht. Hij is anders dan ik en natuurlijk is het nogal wat om alles maar bloot te geven. Ik realiseer me dat elke dag en toch is dat waar ik voor kies. Ik kies ervoor om alles te vertellen. De toppen en de dalen, waarbij de dalen vaak de boventoon voeren. Henry kiest ervoor om de kleine kwetsbare wereld binnen de grenzen van onze vertrouwde omgeving, ons huis te houden. Hij probeert een beheersbaarheid te creëren, die het voor hem mogelijk maakt een verdeelsleutel aan te brengen tussen klein en beheersbaar emotioneel betrokken en tussen groot, beheersbaar rationeel betrokken. Deze verdeelsleutel is loeizwaar, want emotioneel betrokken zijn en ook de zorg willen doen gaat niet altijd samen. Emoties stop je dan gemakshalve weg, maar waar laat je ze? Ik probeer daar vaak over te praten, maar hierover praten is een niet vanzelfsprekendheid en dergelijke gesprekken verlopen dan ook moeizaam. Henry is van mening dat deze periode heftig is, dat we het gewoon over ons heen moeten laten komen en dat we daarna pas verder kunnen schakelen. Daar heeft hij gelijk in, maar ik heb het idee dat je dan alle emotie parkeert en dat lijkt mij niet goed. Ik wil de emotie niet parkeren, want dat komt op mij over als foutparkeren. Hoe langer het foutparkeren duurt des te hoger zal de boete zijn. Ik kies dan zelf ook voor de emotie ondergaan en beleven op mijn eigen wijze. Deze vakantie geeft voor mijn gevoel dan ook een rijkdom, een nieuw besef en daardoor een realisme over wat ons nog allemaal te wachten staat. Ik ben zo gewend geweest om te zeggen tegen iedereen dat de kanker ons niet klein krijgt en dat we onze tanden erin zetten en dat we er vooral voor gaan. Uiteraard doen we dat ook allemaal. Maar wat betekent je tanden erin zetten nou echt? En over wat voor een termijn spreken we waar je je tanden in zou moeten zetten? De uitspraak je tanden erin zetten is niets meer dan een sociaal wenselijke uitspraak, dat is namelijk wat anderen willen horen en dat vertel je vervolgens dan ook heel graag. Het mooie is dat je het zelf ook gaat geloven. Je voldoet dan aan de verwachting en dat die verwachting irreëel is, dat weet jíj als geen ander! Niemand weet wat het is om te horen te krijgen dat je kanker hebt, tenzij je het zelf aan den lijve hebt ondervonden. Pas dan weet je wat het is om in spanning te zitten over het feit of je een palliatief of een curatief traject ingaat. Ik heb het geluk in een curatief traject te zitten, maar zekerheden en garanties krijg je niet tijdens je behandelplan en ook dat is realisme. Het behandelplan moet aanslaan en dat heb je niet altijd in de hand, daar speelt de medewerking van je eigen lichaam een belangrijke rol in. Kanker is een ziekte die je leven verdeelt in een leven voor de kanker en als alles goed gaat in een leven na de kanker. De kanker eet als het ware je oude vertrouwde leven op, het laat het heel traag verteren om vervolgens de vage restanten van je leven als een grote stinkende wond aan je terug te geven. En pas dan begint het echte herstel. Ik zit nog bij lange na niet in deze herstelfase. Ik sta aan het begin en ben nu pas echt ziek geworden. De oorzaak hiervan is de
neo-adjuvante chemotherapie. Na deze periode zal er een licht herstel volgen en dan zal ik verminkt gaan worden door de operatie die volgt. Er komt dan een periode van lichamelijk herstel en hopelijk zal geestelijk herstel dan spoedig volgen. Los van dit scenario hebben moeten we ook nog het leren omgaan met de hormonale klachten die me ook nog parten spelen. Kortom, er hangt ons nogal wat boven het hoofd en we zullen het moedig ondergaan, er een zware strijd voor voeren. Het zal zwaar zijn, niet alleen voor mij, maar voor ons allen, voor ons hele gezin. Deze vakantie brengt ons terug tot de kern van ons gezin, ons geluk en ons leven. Deze vakantie brengt veel inzicht, besef en ook geluk. Samen kunnen wij dit aan, want samen staan wij eigenlijk heel sterk en dat is altijd wel zo geweest. Wij samen tegen de kanker, dat geeft me kracht en dat geeft me moed. Het huis ‘Chante le Coq’ in de Haan wekt kraaiend mijn geest en zorgt voor verdere verwerking van mijn ziekteproces in mijn nog steeds kleine wereld. Ik ben hier dankbaar voor.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten