donderdag 12 april 2012

soms valt het me zo zwaar

Wat valt het me soms allemaal toch zwaar. Gisterenavond zou ik bij mijn zus gaan helpen, actie voor de Bed and Breakfast. Niet dat ik noemenswaardige dingen kan doen, maar gewoon zittend bezig zijn en het idee hebben dat het zinvol is, werkt bij mij heel therapeutisch. Rond half zeven ben ik er helemaal klaar, maar ik zie maar niemand voorrijden. Voor de zekerheid ga ik toch maar eens bellen en ik vraag Bernadette waar ze is. Ze is al in Someren met mama. Ik zou bellen als ik mee zou gaan en om mij verder niet te belasten hebben zij niet meer gebeld om mij in mijn rust te laten komen. Dus hun conclusie was dat ik te moe was om te gaan. Ik hoorde het aan, hing op en was er kapot van. Waarom? Om heel veel redenen. Allereerst omdat dit voor mij als bevestiging voelt voor mijn geestelijke achteruitgang. Mijn korte termijn geheugen wordt door de medicatie aangetast, dat komt ook wel weer terug, maar het geeft mij het gevoel dat ik nu echt vergeetachtig begin te worden. Daarbij kan ik niet incasseren, dus als in mijn hoofd zit dat ik ga, dan wil ik dat ook, als het dan niet lukt omdat ik het ook nog eens verkeerd heb begrepen dan voelt dat ook nog eens als wederom falen in iets. En ik heb al het gevoel dat ik op zoveel fronten faal. Ik, die alles kon, moet nu toegeven dat ik nog maar een fractie kan van wat ik deed. Thuis en over het werk maar te zwijgen, want dat laatste heb ik maar even in de koelkast gezet, ik kan het er nu gewoon even niet bij hebben en dat voelt dus als falen in het kwadraat. Ik wil zo graag eigenlijk laten zien dat ik het allemaal nog wel kan, want dat heb ik mijn hele leven gedaan. Laten zien dat, ondanks tegenslag, ik het allemaal wel draaiende kan houden. Een kracht die wellicht in mijn genen zit en die ik heel moeilijk kan loslaten.  Bijkomstig gevolg van dit incident is dat ik de hele avond de tranen niet kan bedwingen. Een enorm groot verdriet dat vervolgens dan versterkt wordt door de gemoedstoestand waar ik in terecht kom. Het is allemaal zo makkelijk om te zeggen dat het erbij hoort en het is zo eenvoudig om te zeggen dat het niet geeft en dat je er aan toe moet geven, maar zo is er elke keer wat en emotioneel raak je steeds in een dieper dal en eruit klimmen wordt steeds zwaarder. Ook omdat je je iedere dag weer realiseert dat dit niet om een griepje gaat en dat dit nog wel een hele tijd zal blijven, niet zo, nee, want deze fase gaat over in de volgende fase de operatie, wat ook weer de nodige belasting met zich mee zal brengen. Kun je die emoties uitschakelen, of moet je dat juist niet willen? Hoe geef je dat een plek, hoe kun je dat naast het benoemen een plek geven en er mee omgaan? Ik heb zelf het idee dat ik mijn ziekte en mijn emoties wel accepteer, maar ik kan mezelf mijn nieuwe rol zo moeilijk aanmeten. Moet ik nu gaan vertellen wat ik elke dag voel aan pijntjes en aan angsten en wat mijn beperkingen zijn? Allereerst zijn er dat nogal wat en in dat wil je toch niet? Het allemaal alleen verwerken en er niet over praten is ook geen optie, want dat breekt je op. Ik heb gelukkig mijn Henry die nu zo lief en goed voor me zorgt, die me ruimte geeft voor mijn verdriet, die me een aai over mijn wang geeft en een knuffel, even geen woorden, want in mijn grote verdriet kan ik nog geeneens benoemen wat er allemaal in mijn hoofd zit. En dan heb ik mijn mama die me altijd om het juiste moment weet te vinden. Zo ook deze ochtend. Ze belt en ik vertel haar mijn verdriet over gisteren. Ze geeft me een peptalk en ze komt me zo halen, gaan we samen even naar Yvonne. Ik ga me douchen en ik dan alsnog kijken of ik een kleine bijdrage kan leveren. Het zijn de kleine dingen die het hem doen. Ik hoef er even niet meer over na te denken. Ik hoop dat mijn verdriet een beetje wegebt. Ik wil vanavond zo graag met de meiden in Uden eten. Mijn Henry heeft me gezegd dat hij er vroeg voor me is en zo nodig brengt en haalt hij me. Hij is zo lief en staat zo voor me klaar, waar zou ik zijn zonder deze rots in de branding. Ik heb hem lief met heel mijn hart en meer kan het niet zijn. Mijn moeder is er al snel en we vertrekken naar Someren. Aldaar kunnen we zeker wat doen, ik help mee met een sopje in de ontbijtzaal en ik maak een vaas schoon en we eten heerlijk belegde broodjes die Francelle voor ons haalt. Ik ben zo blij dat ik wat kan doen al is het maar heel klein. Mijn moeder naait de gordijnen en daarna gaan mama en ik nog even naar de EmtĂ© toe, doen wat boodschapjes en gaan naar huis. Thuis bel ik Annemarie om met haar over mijn ogen, longen, darmen en psyche te praten. Maandag worden met name mijn longen gecontroleerd, want mijn klachten hangen samen met de ademhaling. Voor de rest is alles weer behandeld en in control. Mijn psyche is een wat groter probleem vanwege de hormonale grondslag. Er zal iemand van Care for Cancer komen om te kijken hoe ik hier het best mee kan omgaan, alles om te voorkomen dat ik in een depressie kom. Ik wacht de afspraak af en ben blij dat er aan gewerkt wordt. Dan ga ik naar school om de drie musketiers op te halen. Het hagelt en we gaan snel de auto in en naar huis. Daar bel ik ook nog met UPC omdat de internetverbinding er geheel uit ligt. Met de meneer aan de telefoon krijgen we weer groen licht op de modem en we zijn weer online. Heerlijk verbonden met de buitenwacht. Ik ben blij. Alles is weer in control. Ik ben moe, maar daar kan ik me nu overheen zetten, ik voel me nuttig vandaag en dat scheelt een slok op een borrel met vanochtend. Vanavond ga ik naar Uden, that's for sure. Het komt goed, het komt uiteindelijk allemaal wel goed, maar soms valt het me allemaal wel zwaar.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten