woensdag 18 april 2012

donderdag 19 april 2012

Ik heb een redelijk goed nacht achter de rug. Wel vaak wakker, maar dommel dan ook direct weer in. Ik heb het wel heel heet in de nacht, vanwege de medicatie. Ik heb een ontzettend rood hoofd onder mijn nachtmutsje vandaan. Lijk wel een kreeft met een muts op. In de ochtend neem ik al mijn medicijnen en ik bedenk me dat het er weer heel wat zijn. Ik eet mijn soepstengeltje en na 15 minuten kan ik het aan en ga in naar beneden. Daar zitten mijn haatsmurfen. Guus is niet vooruit te branden en wil niet in de kleren. Hij heeft het koud en ziet er eerlijk gezegd ook niet fit uit. Ik help hem met geduld in zijn kleertjes, laat hem drinken en geef hem een sinaspril, een kinderparacetamol. Teun zit achter zijn Nintendo en na hem mag Puck. Als Puck een race heeft gedaan is Guus aan de beurt, maar Puck wil nog een keer. Ik zeg haar dat dat niet de afspraak is en nu is ze boos. Ze heeft nu geen kans meer om een beker te winnen. Guus neemt het over en Puck laat ons weten dat ze broertjes haat. Om zeker te zijn dat iedereen het wel  hoort zegt ze het wel 3 keer. Ik zeg haar dat ze dat voelt omdat ze nu boos is en dat mag, maar afspraak is afspraak en dat was na elkaar 5 minuten een race spelen. Ze blijft een gezicht houden dat op onweer staat. Als Guus zijn spel heeft gespeeld heeft hij het nog steeds koud. Hij is gisteren weer zonder jas buiten geweest en ik zeg hem dat hij echt moet proberen om zijn jas aan te doen. Tijdens het spelen is het wel warm, maar als hij even stopt of stilstaat koelt hij erg af. Hij belooft het, maar dat is hij vanmiddag vast alweer vergeten. Henry is de autosleutels kwijt en het lukt hem niet ze te vinden. Ze vertrekken, maar niet in mijn auto, want de sleutels zijn niet terecht. Teun en Puck enthousiast en Guus in een stand die we niet van hem gewend zijn. Het zal me benieuwen hoe hij zich door deze dag heen worstelt. Op hoop van zegen. Ik ruim de vaatwasser uit, vries de overgebleven soep in en neem een geroosterde boterham en een kop thee. Ik voel me best goed, ben een beetje trillerig, maar moet zeggen dat het tot dusver meevalt. Ik ga niet te hard juichen, want ik kan nog klachten krijgen van de Neulasta. Is dat niet vandaag, dan komt dat morgen of overmorgen nog wel. Maar vooralsnog goed. Zo meteen komt mijn mama weer. Waar zou ik toch zijn zonder al die lieve familie van me, dat vraag ik me zo vaak af. Ik leef in mijn kleine wereld, een wereld waarin ik overleef, ik sta op tegen kanker en ik doe het nu klein, maar als het weer kan ga ik het groter doen. Deze ziekte hakt erin, heel hard in. Bij jezelf, maar ook bij degenen die je heel lieft hebt. Je leven is in disbalans en rebalancing is niet eenvoudig. Het gaat iedere dag beter, de ene dag beter dan de andere, want ook vermoeidheid speelt mijn Henry parten. Het is de fysieke belasting die te dragen is, maar de mentale belasting is zwaar, je staat er mee op en je gaat er mee naar bed. Maandag komt Els van Care for Cancer. Ik kijk uit naar haar komst en hoop dat zij ons met dit zwaar mentale proces op weg kan helpen. We doen zelf uiteraard al ons best, maar met haar ervaring kunnen we weer een stapje verder komen. Inmiddels schijnt hier het zonnetje en komt Henry weer thuis en vervolgt zijn zoektocht naar de sleutels. Hij weet het echt niet en geeft het op. Dus ik heb geen auto en huissleutels vandaag. Ik probeer hem te helpen door alle stappen door te nemen, want hij heeft de sleutels deze ochtend gehad toen hij de tassen uit de auto heeft gehaald. Het lukt hem niet en hij vertrekt en wellicht komt er straks een eureka-moment en dan zijn ze er weer. Het is nog vroeg en het is nu iedereen weg is stil in huis. Ik hoor de vogeltjes buiten, ik zie het zonnetje schijnen en ik voel rust. Ik heb geen haast en dat is eigenlijk een heel fijn gevoel. Tempo inleveren heeft veel tijd gekost en nu kan ik het en dat voelt ook weer als een overwinning. Mijn hart heeft met haar racetempo wel haast en en toch ervaar ik innerlijke rust. Ik blijf heerlijk zitten achter mijn laptop en wen aan de race in mijn lichaam, waar ik weiger aan mee te doen. Mijn lichaam strijdt van binnen en mijn geest weet me kalm te houden. Ik bespeur een groei van mijn geestelijke gesteldheid, maar durf het nog niet hardop uit te spreken. Mijn hartslag zal na een paar dagen weer normaliseren, als ik stop met de dexamethason. Ik ga vandaag de dag weer plukken en zie vanzelf wat het mij brengen gaat. Zo eerst wat drinken met mama en weer even bijkletsen en dan..... we zullen zien. Een stap per keer en niet te snel, dat werkt alleen maar averechts.

Mama is er en we beginnen met koffie en dan komt ook Frits koffie drinken. Rond de klok van 11 uur komt het telefoontje van Henry en de Wilhelminaschool. Onze Guus is ziek, hij zit zielig in de klas en er komt weinig uit. Mijn moeder gaat hem uit school halen en dan kan hij hier thuis lekker op de bank liggen en vertroeteld worden. Ik maar hopen dat ik het niet krijg, want dat is zeker niet welkom bij mij. Spannend! Frits en ik nemen nog wat drinken en we wachten even af totdat zieke Guus er weer is, de stoere kleine man, die dan toch echt gevloerd is. Kan hij ook niet zwemmen, onze dolfijn. Hij komt met mijn moeder thuis, hij ziet lijkbleek en ik vraag hem of hij ziek is. Hij zegt van niet, hij heeft het heel koud en ik zeg hem dat dat wel een beetje ziek is. Ik leg hem thuis op de bank en ik geef hem wat appelsap. Hij ligt heerlijk onder een dekentje en ik zet Diego voor hem op. Ik hoop dat hij even een uurtje kan slapen, daar knapt hij vast van op. Een rustige Guus, een bijzonder fenomeen :) Hij valt snel in slaap op de bank, heeft geen trek maar drinkt goed en hij heeft het nog steeds koud. Hij hoeft geen eten en ligt lekker te luieren. Ook ik ga luieren. Mama vouwt de was en is de grote zorgfactor van vandaag. Henry zal straks nog bellen om te kijken wat er nog aan boodschappen mag komen. Het loopt aardig. Om kwart over drie zijn Puck en Teun zijn Puck en Teun uit school. We roeien met de riemen die we hebben. Ik slaap lekker en mama haalt Puck en Teun uit school. Guus ligt op de bank en als mama thuiskomt is hij verdrietig. Hij was vergeten dat ik boven was en voelde zich alleen. Ik kom naar beneden en heb heerlijk geslapen. Puck en Teun gaan buiten spelen en Guus is echt ziek. Hij heeft van die rode appelwangen en ligt tegen mijn moeder aan. Ik ga bij hen zitten en heb dezelfde kleur als Guus :). Buiten op de trampo is er paniek, want Puck is er met de bezem op gestapt om de bladeren weg te vegen en jarige Wessel kreeg de bezem tegen zijn neus. Een koekje voor de troost deed wonderen. Katja komt haar mannen na alle kabaal die ze hoort later toch maar ophalen. Geeft weer wat rust. Als Henry thuiskomst gaat hij naar zwemles en ook Morris en Loek gaan dan naar huis. Ik blijf achter met Guus en probeer een heel eenvoudig Knorr Wereldgerecht te bereiden in alle rust. Ik noem deze maaltijden altijd instantmaaltijden en ben er niet voor, maar nu dient gemak de mens. Mijn mama is naar huis, moest nog boodschapjes voor zichzelf doen. Ik ben vandaag lekker rustig geweest en dat scheelt een hoop. Ik ben hondsmoe, maar dat hoort er allemaal bij. Vanavond low profile op de bank, wat TV en dan komt alles weer goed. So far, so good.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten