vrijdag 22 februari 2013

donderdag 21 februari 2013

Een onbestemde dag. Ik heb een druk programma deze ochtend. Ik breng de kinderen naar school en ik ga naar de stad om 2 nachthemden voor mama te kopen, die gisterenavond opgenomen is in het ziekenhuis. Ik ga meteen door naar het ziekenhuis om de nachthemden te brengen en gelukkig ziet mama er een stuk beter uit als de avond ervoor. Ze heeft van die mooie koortsblosjes en er verschijnt alweer een glimlach op haar gezicht. In de bloedwaarden is te zien dat de Augmentin aanslaat en dat is maar goed ook. Vanuit mama ga ik direct door naar de training. Ton is er weer en ik mag meteen op de fiets samen met Ivor. Ons programma is zwaarder afgesteld, maar dan nog valt het reuze mee. We mogen maar op 40% van onze capaciteit trainen en dat frustreert me een beetje. Ik wil eigenlijk meer dan dat, maar dat hoort niet bij het REACT onderzoek. Ton vraagt aan me hoeveel andere trainingen ik doe en alles wordt in mijn dossier geschreven. Mijn hartslag blijft hoog. Ton laat weten dat het gewoon een resultaat van de chemo is en dat ik dat naast me neer moet leggen. Als over een half jaar de hartslag nog zo hoog is dan pas is het zinvol om verder te kijken. Na een uur zit de training erop. Ik douche me snel, want ik heb een afspraak met Astrid, de nieuwe reïntegratie specialist van Sligro. In de auto bedenk ik me hoe ik in hemelsnaam weer heb toegestemd in deze afspraak. Het is haast je rep je en daar ben ik onvoldoende goed tegen bestand op dit moment. Het zweet staat op mijn voorhoofd, want ik ben direct van onder de douche de auto in gestapt. Mijn hart is verre van rustig. Ik zet mijn favoriete cd van Passenger loeihard aan in de auto en dat maakt me rustig. De sneeuwvlokken vallen sporadisch uit de lucht, een heel vreemd gezicht. Het sneeuwt niet echt, maar toch weer wel. Dan nader ik het Sligro terrein. Ik ben 10 minuten later dan de afgesproken tijd en dat is eigenlijk iets dat ik vreselijk vind, maar sneller had dit niet gekund. Ik loop naar binnen en ga mijn afdeling op. Even snel her en der gedag zeggen en dan loopt Marleen met me mee om me voor te stellen aan Astrid. We gaan naar een bespreekkamertje en Astrid regelt thee. Ik stel me voor en ik voel hoe snel mijn hart klopt en het beroerde is dat ik de ruststand niet vinden kan, mijn hart gaat niet lager dan 100 slagen per minuut. Astrid vraagt me wat en dan volgt volledig automatisch mijn inmiddels standaard verhaal. Ik vertel haar dat de hormoontherapie me zwaar valt en als ik dat uitspreek komen vanzelf de tranen. Dit was onvermijdelijk, alle hectiek van de afgelopen dagen en de drukte van deze dag hebben er voor gezorgd dat ik mijn grens volledig bereikt heb. We wisselen van plek zodat niet iedereen mij door de ramen heen in tranen ziet. Ik kan niet meer helder denken op dat moment, want er zit storm in mijn hoofd. Astrid vraagt mij wat ik aan zou kunnen qua werk en ze zal een afspraak regelen voor een arbeidskundige keuring. Ik weet het even allemaal niet meer. Ik wil zoveel, heb zoveel ideeen, maar ik weet even niet wat ik voor Sligro kan doen. Ik ben een jaar er tussenuit geweest, mis de aansluiting en weet even niet waar ik de focus op moet leggen. Ik probeer haar over te brengen dat ik van mening ben dat Jeroen hier ook een cruciale rol in kan spelen, hij weet immers als geenander hoe de organisatie er na de onlangs doorgevoerde reorganisatie uit ziet en wat mijn rol zou kunnen zijn. Ik streef ernaar om het hoogst mogelijke na te streven, maar wat is dat? Ik weet het echt niet. Ik vertel haar over mijn idee om een rol te gaan vervulling in de poot Vitaliteit. Ik weet nu als geen ander wat het is om ziek thuis te zijn, beperkt te zijn en toch zoveel te willen. Vooralsnog is er een rol voor me weggelegd bij Leren en Ontwikkelen, maar ik heb totaal geen zicht in wat ik dan zou kunnen gaan doen en dat benauwd me gewoon. Het gesprek komt maar half bij me binnen, maar wat ik er van mee krijg is dat Astrid een afspraak gaat maken voor een keuring, dat ik moet nadenken over mijn krachten die gebruikt kunnen worden en dat het volgende gesprek met Jeroen erbij zal zijn. Verder hebben we het over inzetbaarheid op de maandagen en de woensdagen van 10 tot na de lunch. We ronden het gesprek af en ik klets met wat collega's. Als ik Maartje vertel over mijn moeder dan schiet ik weer helemaal vol. Mijn hoofd loopt over en het enige dat ik hoop is dat mama een goede uitslag gaat krijgen en dat we niet weer met de familie zo'n zware tijd tegemoet gaan. Hopen dat is wat ik doe en ik weet dat hoop doet leven, ik ben een bewijs hiervan. Ik ga naar huis en bij de receptie hoor ik dat vrijdag Peter geopereerd gaan worden, in gedachten leef ik mee met José en bij mij thuis zal mijn vriendenkring weer branden en in de kring zitten al mijn positieve gedachten voor de mensen die het zo hard nodig hebben. Eenmaal in de auto komen de tranen, wat ben ik moe en wat een chaos is het in mijn hoofd. Mijn hoofd doet pijn en ik wil er even niet aan toegeven. Ik parkeer mijn gedachten en mijn pijn en ik haal de kinderen uit school. Willem komt met ons mee en als we thuis zijn komt ook Henry thuis. We moeten naar de tandarts en daar gaan we met zijn allen. Bij de tandarts is het altijd leuk, de kinderen kunnen er spelen en we mogen allemaal tegelijk de kamer in. Eerst de kinderen en dan wij. Teun en Puck krijgen een fluoride behandeling. Als we naar huis gaan mogen Willem en Teun nog even op de Wii spelen. Ze zijn net bezig of Margit is er al, de mama van Willem. Margit komt nog even kletsen, zodat de jongens hun spelletje kunnen spelen. Daarna gaan wij aan tafel voor een makkelijke maaltijd en een bijzonder lekker toetje. Het toetje dat Susan ooit voor mij en de collega's heeft gemaakt. Een feesttoetje is het en af en toe moeten we onszelf trakteren en beseffen dat het leven ondanks alles vaker gevierd moet worden. En feest is het, onze Teun zijn eerste tand gaat eruit bij het eten van het toetje en per ongeluk slikt hij de tand door. Hij geeft aan dat de tand lekker smaakte en ineens hebben we het feest van de verloren eerste tand van Teun. Teun is trots en aangezien de tand ontbreekt leggen we deze avond een briefje onder zijn kussen voor de tandenfee. Teun is zo euforisch dat hij besluit iets te vertellen dat hij eigenlijk geheim wilde houden. Hij zegt dat hij een beetje verliefd is. Ik vind dat zo mooi en vraag op wie en dat laat hij weten dat hij een beetje verliefd op Amy is. Ik ben blij voor Teun en vind het super dat hij zijn fijne verliefde gevoel met ons wil delen. Onze simpele maaltijd is een feestmaaltijd geworden en wij genieten van al dit moois. Bernadette komt en wij gaan samen bij mama op bezoek. Bernadette kan nog net meesmullen van het feesttoetje en dan lopen we naar het ziekenhuis. Mama heeft alweer babbels en samen met Edwin en Frits maken we er een gezellig bezoekuur van. We gaan naar huis en gaan dan plat op de bank voor Wie is de mol en ik ben er van overtuigd dat Pauline de mol is. Daarna ga ik naar bed, mijn hoofd bonkt en ik voel me heel misselijk, ik ben op en helemaal leeg. Deze dag was heel vermoeiend en ik trakteer mezelf dan ook op een lormetazepam. De slaap volgt en ik droom weer drukke dromen, want de storm is nog niet uit mijn hoofd....

Geen opmerkingen:

Een reactie posten